Er wordt veel geld gepompt in vleesvervangers en plantaardige zuivel. Ook geld dat eigenlijk voor de landbouw bedoeld is.
Melk moet. Vlees is lekker. Dat denken we in de melkput. Dan zien we het witte goud stromen, terwijl we de afgemolken koeien taxeren. Die hebben in geen jaren zo’n goede prijs opgebracht. Ik hoor je denken: de kosten zijn ook veel hoger geworden. Zeker, maar stel dat de vraag naar melk en vlees achterbleef en de prijs tegenviel. Dan hadden we echt een probleem. Nu hebben we gelukkig een melkprijs die nog nooit zo hoog was.
Zelf krijg ik zorgen over de grote aandacht voor vleesvervangers en plantaardige zuivel. Daar wordt veel geld in gepompt. Via subsidies en investeringen. In Europa haalden bedrijven € 2,2 miljard op, vooral bestemd voor plantaardig vlees en zuivelalternatieven. Wereldwijd wordt de investering in duurzame eiwitten geschat op € 4,46 miljard vorig jaar. Zestig procent meer dan in 2020.
Zeker, het marktaandeel is nog klein, maar groeit. Een luis in de pels. Als de productie toeneemt, daalt de prijs en dan wordt het een echte concurrent.
Ook in eigen huis zijn we actief. FrieslandCampina ziet vegan producten als een serieuze optie. CEO Schumacher zegt dat het de melkprijs kan ondersteunen. Vion denk er net zo over. Die hebben een rundveeslachterij in Leeuwarden gesloten en omgebouwd tot een fabriek voor plantaardig vlees: Me-at. Daar rollen nu plantaardige schnitzels en gehakt van de band. “Gericht op de toekomst”, wordt gezegd, want ze zien een stijgende vraag naar plantaardige zuivel en vlees.
De jubelstemming uit de hoek van milieu en dierenwelzijn zegt veel
Ben ik bang voor de grote vlucht die dit zal nemen? Nee. Wel gaat er wel erg veel geld via subsidie en investeringen richting deze nieuwe vormen van voedsel. Ook de jubelstemming uit de hoek van milieu en dierenwelzijn zegt veel. Daarmee heeft het alle kans dat het een trend wordt die succesvol is. Anders begonnen Unilever en Nestlé er niet mee. Gelukkig hebben FrieslandCampina en Vion zich in dit rijtje geschaard. Hebben we een vinger in de pap.
Het geld dat er voor wordt uitgetrokken komt ook uit potten, die voor de landbouw zijn bestemd. Daar zijn ze toch niet voor bedoeld.