Veldboon succesvol in te zetten als vleesvervanger

Veldbonen zijn succesvol in te zetten als grondstof voor vleesvervangers. Er is vraag vanuit de markt naar vleesvervangers op basis van deze grondstof. Dat bewijst zich in de verkopen die het bedrijf Meatless kan doen.

Dit biedt kansen voor zowel de verwerkende industrie als de primaire sector. Dat werd donderdag 22 juli duidelijk tijdens de presentatie van resultaten uit een project dat zich richt op een lokale veldbonenketen in de provincie Zeeland.

Meatless in Goes textureert grondstoffen (meel) tot vlokken die gebruikt kunnen worden in vleesvervangers. Samen met CZAV, MFH Pulses en ZLTO en met ondersteuning van de provincie Zeeland keek het bedrijf de afgelopen jaren naar de mogelijkheden een regionale veldbonenketen op te zetten. Diverse rassen werden in het project getest. Ook de teeltmogelijkheden en verwerkingseigenschappen werden onderzocht.

Technisch is het mogelijk om veldbonen in Zeeland te telen, ondanks dat er nog wat uitdagingen zijn zoals ziektes en de bitterheid van de boon. Door veredeling is het mogelijk geworden een opbrengst van 8.000 kilo bonen per hectare te krijgen met een eiwitpercentage van 33.

Markt vraagt veldboonproducten

In de markt blijkt vraag naar producten met veldbonen. Volgend jaar zal 8 tot 10% van de omzet van Meatless bestaan uit texturaat van veldbonen. “Een resultaat dat ik niet zo snel nadat we bekend werden met veldbonen in 2016 had verwacht”, aldus Jos Hugense, directeur van Meatless. Inmiddels heeft het bedrijf zo’n 75 aanvragen voor proefmonsters voor veldbonenproduct gekregen en een groot exclusief contract met een grote aanbieder van voedingsingrediënten gesloten. Het regionale aspect van veldbonen speelt mee in de verkoop aan producenten van vleesvervangers, maar het zijn ook de kwaliteit, de textuur en de mogelijkheden om er verschillende producten van te maken die producenten aanspreken, aldus Jos Hugense.

Ketenaanpak veldbonen

Meatless haalt haar veldbonen nu vooral uit Oost-Duitsland, maar kansen liggen er om ze regionaler te betrekken. Of dat ook gaat gebeuren, hangt echter van meerdere factoren af, stelt Hugense. Zo moeten veldbonen in Zeeland veelal concurreren met gewassen als suikerbieten en aardappelen. Ook moet de verwerkende industrie meegaan in de ontwikkeling om meer veldbonen te kunnen verwerken. “Er is echt een ketenaanpak nodig. Als we met z’n allen willen dat er een veldbonenketen komt, zal iedereen een duit in het zakje moeten doen, elke schakel in de keten.”

Als het aan CZAV ligt, breidt het areaal veldbonen in Zeeland verder uit, omdat het raakt aan veel maatschappelijke uitdagingen. “Om ook boeren een goede boterham te kunnen laten verdienen is het belangrijk dat het product meerwaarde krijgt, dat het loskomt van een anoniem product. Via lokale ketens kunnen we het verhaal van de teler beter vertellen”, aldus Jurriaan Visser, manager Granen, Zaden en Peulvruchten bij CZAV.