Voor zonne- en windenergie zal goede landbouwgrond worden verkocht. Een deel van dat geld zou in een fonds voor natuurinclusieve kringlooplandbouw moeten komen, vinden Niek de Boer en Rik Eweg. - Foto: Canva
De Europese Rekenkamer constateerde in juni dat pogingen om het landbouwbeleid te vergroenen, tot nu toe zijn mislukt. Niek de Boer en Rik Eweg van het Van Hall Instituut geven een aanzet voor hoe dat wel kan.
Effectievere methoden zijn nodig voor vergroening van het landbouwbeleid. Wij schetsen een aanpak die vakmanschap en ondernemerschap van de boer en de maatschappelijke uitdagingen bij elkaar brengen. Een transitie naar een nieuwe manier van werken door alle betrokken partijen, doorbreekt de huidige impasse in het beleid en verbetert de onderlinge verhoudingen tussen overheid en agrarische sector. Het gezamenlijke doel daarbij is om te bouwen aan een daadwerkelijk duurzame landbouw.
Actieve overheid nodig
Boeren zijn onderdeel van complexe voedselketens en netwerken, waarin afnemers, toeleveranciers en overheden een belangrijke rol spelen. Al die partijen moeten mee veranderen. Voor de overheid is ingrijpen via heffingen en belastingen een optie, maar dat ligt politiek gevoelig. Alleen de rol van subsidiegever van experimenten is echter onvoldoende. Actief ingrijpen in deze netwerken en de procedures aanpassen is een voorwaarde voor toekomstbestendigheid.
Boeren zijn onderdeel van complexe voedselketens en netwerken, waarin alle partijen moeten mee veranderen
Het nieuwe Europese landbouwakkoord biedt gelukkig haalbare aanknopingspunten om ketens en netwerken aan te passen. 25% van de (Europese) landbouwsubsidies zullen besteed worden aan duurzame landbouw. Voor Nederland betekent dit dat er jaarlijks zo’n € 170 miljoen beschikbaar komt voor maatregelen gericht op verduurzaming van de landbouw.
Daarnaast is er dan nog zo’n € 5 miljoen beschikbaar uit de zogenoemde tweede pijler voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Hier ligt een kans om nieuw beleid te realiseren, gebaseerd op doelen en niet op maatregelen, waardoor ook meer recht wordt gedaan aan het ondernemer- en vakmanschap van de boer. Een aanpak die zowel minister Schouten als de SER bepleiten.
Hoe zouden deze gelden effectief ingezet kunnen worden? Wij stellen een driesporenaanpak voor: een digitale marktplaats voor landelijk gebied, een extra fonds afkomstig van gelden uit de verkoop van grond, en werken aan kringlooplandbouw op meerdere schaalniveaus.
1. Digitale marktplaats
Allereerst pleiten we voor een digitale marktplaats voor het landelijk gebied. Provincies formuleren hierop duurzaamheidsdoelen voor de landbouw, en voor natuur- en wateropgave. De duurzaamheidsdoelen zijn afgestemd op de specifieke eigenschappen van gebieden, zoals grondsoorten, milieuproblemen, aanwezigheid van natuurgebieden en voorkomende bedrijfsstijlen. Wageningen University & Research (WUR) heeft al voorstellen ontwikkeld voor deze regionale differentiatie in het nieuwe GLB-beleid.
Op de digitale marktplaats kunnen boeren, individueel of samen met anderen, inschrijven met een offerte, waarin zij beschrijven hoe zij bepaalde doelen willen gaan behalen en welk prijskaartje zij daaraan hangen. De provincies beschrijven bij de doelen de indicatoren die zij hanteren om te meten of de doelen gerealiseerd worden. Daarbij kan gebruikgemaakt worden van de indicatoren (KPI’s) die WUR, Louis Bolk Instituut en Boerenverstand hebben ontwikkeld om de effectiviteit en voortgang van kringlooplandbouw te monitoren.
2. Budget uit grondverkoop voor innovatieve businessconcepten
Nederland moet de komende jaren nog 800.000 woningen bouwen, en er moet meer zonne- en windenergie komen. Hiervoor zal ook goede landbouwgrond worden verkocht. Daarbij zullen ook agrariërs hun land duur verkopen en projectontwikkelaars veel geld verdienen. Wij stellen voor dat een deel van het verdiende geld in een (beleggings)fonds terechtkomt voor natuurinclusieve kringlooplandbouw en niet in de portemonnee van een enkele agrariër of ontwikkelaar. Hierbij stellen wij voor om dit budget niet beschikbaar te stellen voor publieke doelen, maar in te zetten voor businessconcepten van kringlooplandbouw op verschillende schaalniveaus.
Ook op continent- of landniveau behoren we in het kader van duurzaamheid de kringloop te sluiten
3. Eerlijke kringlooplandbouw op verschillende schaalniveaus
Nederlandse boeren produceren deels voor de wereldmarkt, waarbij ze soja en kunstmest vanuit bijvoorbeeld Zuid-Amerika importeren. Ook op continent- of landniveau behoren we in het kader van duurzaamheid de kringloop te sluiten. We zullen dan verwerkte mest weer terug moeten verschepen. Dit vraagt om internationale afspraken, waardoor de kosten op eerlijke wijze bij de consument terechtkomen. Deze stap zal niet eenvoudig en snel gerealiseerd zijn, omdat het internationale afspraken vereist.
Op regionaal en lokaal niveau kunnen we al aan de slag. De extra kosten van de kortere ketens kun je door goede marketing van duurzame, regionale producten deels verzilveren bij de consument. En voor de minder rendabele ketens en publieke doelen die worden gerealiseerd (zoals natuur) kunnen de hierboven genoemde (beleggings)fondsen worden ingezet. Op deze wijze bewegen we samen naar een rendabele, natuurinclusieve kringlooplandbouw waarin de boer weer aan het roer staat.