Foto: ANP
De Raad van State zet een streep door de vergunning van mestverwerker Biomineralen in Roosendaal.
Bezwaarmakers hebben na jarenlange procedures in hoger beroep hun zaak gewonnen. Geurhinder is de voornaamste bottleneck. De rechter vindt het onderliggende geurrapport onvoldoende. In zijn afweging verwijst de rechter onder meer naar inmiddels roemrucht Wagenings onderzoek naar de werking van luchtwassers, waaruit tegenvallende resultaten naar voren kwamen. De afdeling bestuursrechtspraak ziet ook geen reden om een voorziening te treffen of om met aanvullende eisen op het gebied van geurvermindering de vergunning alsnog te kunnen toekennen.
Legionella
Niet alleen de geur, ook het risico van legionellabesmetting speelt een rol bij het besuit van de rechter. De verdediging zegt dat dit risico niet bestaat, onder verwijzing naar een onderzoek van Wageningen UR. Dat had echter betrekking op biologische luchtwassers in de veehouderij, niet op biologische luchtwassers in een industriële setting. Bij een eventuele nieuwe aanvraag moet de gemeente dit aspect alsnog meewegen.
150.000 ton
De installatie zou 150.000 ton dikke mestfractie per jaar verwerken tot 50.000 ton korrels. Bij de productie zou gebruik worden gemaakt van restwarmte, afkomstig van de bestaande, naastgelegen afvalverbrandingsinstallatie van SITA.
Biomineralen B.V is een joint venture van ZLTO en afvalverbrander Suez waar ook Vion bij betrokken is. De organisatie zegt teleurgesteld te zijn. ‘De partners zetten vraagtekens bij de toekomst voor de de verwerking van mest tot mestkorrels in Nederland’, staat in een online verklaring. ‘Deze korrels zijn internationaal zeer gewild, omdat ze broodnodig zijn voor de vruchtbaarheid van de bodem en dus de groei en bloei van gewassen’.
Biomineralen beraadt zich op eventuele vervolgstappen. De mogelijkheid blijft open voor de gemeente en Biomineralen BV om een nieuwe vergunningaanvraag te doen, vraag is of dat gebeurt. ‘De partners constateren dat de discussie over de verwaarding van mest met deze uitspraak tientallen jaren is teruggeworpen. Zij vragen zich hardop af op welke wijze de genoemde maatschappelijke doelen dan wel verwezenlijkt kunnen worden’.