Het totale uienareaal is volgens de landbouwtelling 37.210 hectare, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dat is krap een procent meer dan vorig jaar, maar 8% boven het vijfjarig gemiddelde. Een aantal uientelers blijkt dit seizoen te hebben gekozen voor plantuien in plaats van zaaiuien.
Het areaal van zaaiuien, het grootste uiengewas, is dit seizoen iets gekrompen; met 0,7% naar 27.400 hectare. Lange tijd werd een lichte groei voorzien, maar dat is uiteindelijk toch een kleine krimp van 180 hectare geworden.
Lees ook: CBS: areaal akkerbouw krimpt, vooral minder tarwe
Structuurbederf en droogte leidden op de kleigronden tot een moeilijke uitgangspositie voor de teelt. De start was soms zo slecht, dat telers de eg erin hebben gezet om toch nog wat anders te kunnen zaaien. Desalniettemin is het areaal zaaiuien 6,5% groter dan het vijfjarig gemiddelde.
Het aandeel poot- en plantuien is met 570 hectare toegenomen. Hiervan staat dit jaar 9.430 hectare. Dat is 6,4% meer dan in 2019 en 13,5% meer dan het vijfjarig gemiddelde.
De voorgaande natte herfst maakte veel telers extra bewust van het oogstrisico dat (late) zaaiuien met zich meebrengt. Daardoor leken plantuien een stuk aantrekkelijker; het teeltseizoen is immers een stuk korter.
Maar zo’n areaalgroei als nu uit de CBS-cijfers blijkt, lijkt Siem Beers van plantuienproducent Broer bv, sterk. “Deze getallen zeggen mij niet zoveel, het zijn ook voorlopige cijfers en die worden vaak bijgesteld”, zegt Beers kritisch. “Groei verwacht ik wel, maar geen 6,4% ten opzichte van vorig jaar. Het plantgoed was ook wat duurder, dan zijn telers minder snel geneigd om zo’n gok te wagen. Bovendien was het planten verlaat door de nattigheid.”
Door de matige stand van de zaaiuien, is de prijsvorming voor plantuien vooralsnog goed.
Prijsinformatie over uien vind je op FoodAgribusiness.nl/markt