‘Vion tussen 2 uitersten’

Vleesvervangers. Je kunt er niet meer omheen. Een markt met voortdurende ‘double digit growth’ zoals dat heet, kan zelfs vleesbedrijf Vion niet laten liggen. Niet voor niks wil Vion liever geen slachterij heten. Het is een voedingsbedrijf dat een markt wil bedienen, liefst een groeimarkt. Die zit niet in vlees, wel in vleesvervangers.

Markt en afzetkansen

Over de duurzaamheidseffecten kun je lang dimdammen. Misschien worden de voordelen van vegetarisch leven en de nadelen van vlees eten wel overdreven. Maar voor zo’n bedrijf dat opereert in de voedselbranche doet dat er niet zo heel veel toe. Het gaat om de markt en de afzetkansen.

Het is al vele jaren de boodschap en de wens van Vion: zoveel mogelijk vlees in concepten

De Europese thuismarkt voor vlees groeit niet, integendeel, verwacht Vion. Wereldwijd wel, maar het is de vraag in hoeverre dit Nederlandse bedrijf op de lange duur op die wereldmarkt kan concurreren. Vandaar ook die andere keuze: voortgaande focus op concepten. Die is verre van nieuw, overigens. Het is al vele jaren de boodschap en de wens van Vion: zoveel mogelijk vlees in concepten.

Markt voor naamloos vlees taaier dan gedacht

Langzaam maar zeker stijgen de percentages. Nu is het beeld: 70% conceptvlees en 30% zonder label. Toch is dat laatste nog altijd een flinke portie. De markt voor naamloos vlees is taaier dan gedacht, mogelijk mede dankzij de tijdelijke extra vraag uit China.

Aan de ene kant de vleesvervangers als groeibriljant, aan de andere kant de – onverwacht – hardnekkige markt voor conceptloos vlees. Er is niet 1 recept voor de toekomst.