Hans Nauwynck is veterinair viroloog. Hij is als wetenschapper, onderzoeker en professor verbonden aan de Universiteit Gent bij het Laboratorium voor Virologie van de Vakgroep Virologie, Parasitologie en Immunologie van de Faculteit Diergeneeskunde. Foto: Fotostudio Atelier 68
De aanpak van virussen in de dierhouderij is beter dan bij mensen. De humane virologie kan daar nog veel van leren, stelt veterinair viroloog Hans Nauwynck.
Covid-19 heeft volop de schijnwerper gezet op de virologie. De een na de andere virusdeskundige draaft op in televisieprogramma’s, vrijwel allemaal autoriteiten op het vlak van virussen bij mensen. De ervaring die is opgedaan met de aanpak van virussen bij landbouwhuisdieren en gezelschapsdieren komt nauwelijks aan bod, constateert wetenschapper Hans Nauwynck. Terwijl daar juist veel winst mee te boeken is.
“De succesvolle manier waarop de veterinaire wereld virussen onder controle houdt, is een voorbeeld voor de humane virologie. Als het Covid-19-virus alleen in de varkenshouderij had toegeslagen, was het waarschijnlijk niet zo hard gegaan als nu bij de mens”, zegt Nauwynck in een interview in Boerderij.
Het afschuiven van alle ziektes van de wereld op de veehouderij is onzin
Hans Nauwynck heeft nog een tweede boodschap. Hij ergert zich groen en geel aan de aantijging dat de moderne veehouderij de veroorzaker is van alle pandemieën en daarom aan banden moet worden gelegd of moet verdwijnen. “Prominenten, politici, schrijvers en journalisten roepen maar wat. Veelal kletskoek. Ze hebben de klok horen luiden, maar ze weten niet waar de klepel hangt. Het is juist dat een virus in een stal met een groot aantal dieren kan circuleren, maar dat kun je in die ene stal aanpakken met de nodige bioveiligheidsmaatregelen. Het afschuiven van alle ziektes van de wereld op de veehouderij is onzin. Het is ook correct dat virussen kunnen overspringen van dieren op mensen, maar dat betreft vooral wilde dieren. De intensieve veehouderij, die ook de dupe is van veel virusintroducties uit het wild, doet er alles aan om dit soort besmettingen tegen te gaan en te controleren.”
Het is allemaal zo ingericht dat we proberen om virussen buiten de deur te houden. Dat kun je bij de mens niet zeggen
Volgens Nauwynck is bioveiligheid in de intensieve veehouderij een begrip geworden. “Om in de intensieve varkenshouderij een stal binnen te kunnen, moet je door hygiënesluizen. Filters op de ventilatie houden er van alles tegen. Veehouderijen zijn eigenlijk sterk geïsoleerd van de buitenwereld. Daarnaast is er een goed sluitend I&R-systeem: elk dier, elke boerderij, elk transport heeft een nummer, waarmee ze te achterhalen zijn. Het is volledig onder controle. Transport van een dier is er maar zelden en als het op transport gaat, moet je je aan allerlei regels voldoen. Het is allemaal zo ingericht dat we proberen om virussen buiten de deur te houden. Dat kun je bij de mens niet zeggen. Daar werkt alleen het I&R (paspoort, tickets), de rest (verplaatsingen, contacten) veel minder. Eigenlijk stopt het daarmee.
Als iemand een vliegtuig wil pakken, zou eerst de gezondheidstoestand gecheckt moeten worden
De mens reist vrij rond over de hele wereld. Zo verspreiden we in een mum van tijd virussen over de hele wereld; dat zie je nu met Covid-19. Met landbouwhuisdieren zou het virus nooit zo snel gecirculeerd hebben. Dat massaal vrij rondreizen is eigenlijk not done. Als iemand een vliegtuig wil pakken, zou eerst de gezondheidstoestand gecheckt moeten worden en zou men moeten nagegaan of ze virusvrij zijn. Zieke en virus-uitscheidende mensen horen niet te vliegen. Vliegen is niet alleen ecologisch, maar ook sanitair een probleem. Het doelloos rondreizen van mensen maakt van de wereld één grote stal waar een virus vrij spel heeft. Vraag is wel, wie maakt dit bespreekbaar op het hoogste niveau van de volksgezondheid. Het aanvallen van de veeteelt gebeurt snel; het bespreken van hete hangijzers bij de mens wordt veelal uitgesteld. Dieren hebben immers geen stemrecht.”