Doorgaan naar artikel

Vleessector op zoek naar eiwitbalans

Twee maanden geleden startte de Nederlandse vleessector een campagne om van zich te laten horen in de discussie over vlees. Over de ‘eiwitbalans’ sprak de vleessector tijdens het jaarlijkse Meatcafé.

Geüpdatet op:
Business
Achtergrond
Foto: Hans Prinsen premium

Foto: Hans Prinsen

Twee maanden geleden startte de Nederlandse vleessector een campagne om van zich te laten horen in de discussie over vlees. Over de ‘eiwitbalans’ sprak de vleessector tijdens het jaarlijkse Meatcafé. De consument moet vooral niet te veel opgelegd krijgen en producten moeten betaalbaar zijn, zo klonk het.

“We moeten durven twijfelen aan de dingen die we doen, maar we moeten ook durven trots te zijn op wat we doen.” Zo opende voorzitter Laurens Hoedemaker van de COV (Centrale Organisatie voor de Vleessector) donderdag het jaarlijkse Meatcafé. Onder de naam ‘Nationaal Eiwitdebat’ kwamen personen uit de vleeswereld én enkele van daarbuiten samen om het over ‘de eiwitbalans’ te hebben.

De eiwitbalans is ook onderdeel van de campagne Nederland Vleesland, die zes organisaties in de vleessector, waaronder COV, in september lanceerden. Doel: een maatschappelijke dialoog starten. Het moest een actief tegengeluid worden in de discussie over vlees.

Milieu verbeteren

Er zijn inmiddels meerdere Nederlandse bedrijven die naast vlees ook vleesvervangers produceren. Voorbeelden zijn Vion, Van Loon en Compaxo. Ondanks de grote aandacht voor plantaardige vleesvervangers, is het nog een relatief klein deel binnen deze bedrijven en zijn er ook in de consumptie van vlees nog geen grote afnames te zien. De Nederlandse overheid heeft het doel om de verhouding plantaardige en dierlijke eiwitten in het consumptiepatroon te veranderen van 40/60 naar 50/50. Maar aanpassing van de consumptie is niet genoeg om het milieu te verbeteren, zo stelde Sanderine Nonhebel van Rijksuniversiteit Groningen. “Als we hier meer plantaardig gaan eten, lost het geen moer op. Dan gaat er meer vlees naar de Duitsers”, aldus de universitair hoofddocent milieukunde die een korte voordracht hield tijdens de bijeenkomst. Ze pleit dan ook voor een verandering van de gehele veehouderij in Nederland.

Gezondheid

Volgens Gerda Feunekes van het Voedingscentrum is het ook voor de gezondheid van de Nederlanders beter om minder vlees te eten. Ze gaf de vleessector dan ook als advies mee om meer in te zetten op kleinere portiegroottes, onbewerkte vleesproducten met veel kruiden en weinig zout en hybride vleesproducten. “Kleinere porties, onbewerkt, mager vlees blijven in de toekomst onderdeel van het voedingspatroon. Het draait om een goede balans”, zo stelde ze. Ze ziet voor de vleessector dan ook een verantwoordelijkheid voor het wijzen van consumenten op een maximale consumptie van 500 gram per week.

Betaalbaarheid vlees

Een ruim besproken onderwerp was de keuzevrijheid van consumenten en de betaalbaarheid van vlees. Thea Smit, innovatiemanager bij Vion/Me-at noemde het belang van zowel betaalbaar vlees als betaalbare vleesvervangers. “Hoe mooi, gezond, duurzaam of lekker een product ook is, als een consument het zich niet kan veroorloven, dan heeft het geen zin. De prijs van producten wordt steeds belangrijker.” Uiteindelijk bepaalt de consument en moet het aanbod voor iedereen betaalbaar zijn, zo klonk het in de zaal als reactie op een stelling dat de kiloknaller verboden moet worden. Het grootste deel van de aanwezigen was het met elkaar eens: de consument moet niet teveel opgelegd worden. Ze moeten voorgelicht worden met de juiste informatie, maar uiteindelijk moet iedereen zelf de keuze kunnen maken, zo was het geluid.

Met de door de vleessector opgezette campagne wil de sector de consument dan ook ‘eerlijk’ informeren over het belang van vlees. “We zijn te lang stil geweest. Het is tijd om het gesprek aan te gaan”, aldus COV-voorzitter Hoedemaker.

Snel delen

Carolien Kloosterman
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin