Doorgaan naar artikel

Voorzitter Dutch Food Week: ‘Mensen weten amper wat ze eten’

Geüpdatet op:
Politiek & Beleid
Interview
Dirk Duijzer is voorzitter van de Dutch Food Week en van de topsector Agri & Food. - Foto: Herbert Wiggerman

Dirk Duijzer is voorzitter van de Dutch Food Week en van de topsector Agri & Food. - Foto: Herbert Wiggerman

De kennis over voedsel kan een stuk beter, zegt Dirk Duijzer. Wat zit er in het voedsel en hoe krijg je meer verse producten op tafel? ‘Wat eten we’ is daarom het thema van de Dutch Food Week, die van 10 tot en met 17 oktober op het programma staat.

De kennis over voedsel vergroten en daarbij dit jaar vooral de Nederlandse producten uit land- en tuinbouw promoten, dat is het doel van de zesde editie van het evenement Dutch Food Week. Vanwege corona bestaat het nu grotendeels uit online evenementen. Volgens voorzitter Dirk Duijzer was niet door laten gaan geen optie: “We hebben ervoor gekozen om iets te doen, anders gaat alle energie verloren.”

Waarom is kennis over voedsel zo belangrijk?

“Veel mensen weten gewoonweg niet wat ze eten en hoe ze gezonder eten kunnen kopen en klaarmaken. Dat blijkt uit onderzoek, zoals de AgriFoodMonitor. Het gaat ook niet de goede kant op. Mensen bewegen minder, kijken te veel naar schermen en eten te veel fastfood. Dat kan anders, moet anders. Leren omgaan met vers voedsel is belangrijker dan ooit.”

Willen mensen wel meer weten en anders gaan eten?

“Dat is sowieso een zaak van lange adem. De boer-burgermomenten zijn daarvoor belangrijk. Daarom zijn die uitdeelacties van Agractie en LTO ook een prima initiatief. Mensen zien dan ook waar het eten echt vandaan komt. Veel van de evenementen tijdens de Dutch Food Week gaan ook over eten en de manier waarop je dat klaarmaakt. De focus van die evenementen ligt daarbij op het Nederlandse product. Dan zie je de directe link tussen vers van de boer, gezond en lekker.”

Lukt dat met vooral online evenementen?

“Dat is natuurlijk lastig als je het hebt over proeven, ruiken en beleven. Er zijn echter ook nog diverse evenementen waar op kleine schaal mensen naartoe kunnen. Verder gaan leerlingen van Agrarische hogescholen het hele land door om reportages te maken van allerlei voorbeelden waar mensen werken met goede en gezonde producten. Er is een wedstrijd voor scholieren voor korte films over voedsel en kringlopen. Op die manier kun je toch een goed beeld krijgen wat er allemaal gebeurt.”

Lees verder onder de tweet

Is de nadruk leggen op nationale producten wel handig voor een exportsector?

“Waar het in de Dutch Food Week om gaat, is het bewustzijn over voedsel te vergroten. Dat gaat om meer dan alleen de afzet van je eigen product. Het gaat er ook om dat consumenten zien waar het voedsel dat ze eten vandaan komt. Dat er goede producten uit Nederland te koop zijn. Die link tussen producten in de winkel, bij de groenteboer of slager of op de markt en de Nederlandse boer en tuinder is niet vanzelfsprekend. Nu is dat soms te automatisch, zo van het zal wel Nederlands zijn, terwijl de groente of het vlees in kwestie uit heel andere landen komt. Kiezen voor seizoensproducten hoort daar ook bij, laat dat vooral producten uit Nederland zijn.”

Is kiezen voor vers voedsel en meer zelf maken niet veel duurder?

“Dat hangt er maar van af. Zelf doen kan zelfs goedkoper zijn, zeker als je ook gezonder wilt eten. Het betekent keuzes maken. Schil je zelf de aardappelen die je hebt gekocht in supermarkt, bij de groenteboer of in de boerderijwinkel dan is dat helemaal niet duurder dan een kant-en-klaarproduct. Het is in ieder geval veel gezonder alleen al doordat er dan veel meer vitamine C inzit. Dat soort dingen, daar gaat het om in de Dutch Food Week.”

Wat is de doelgroep en hoe gaat u die bereiken?

“De doelgroep is heel breed, van scholieren, overheden tot de uiteindelijke consumenten. Sociale media zijn een belangrijk middel om al die verschillende doelgroepen te bereiken. Als het gaat om de overheid dan is het programma Food Switch een mooi voorbeeld. Dat is een van de vijf grote projecten die al plannen hebben ingediend voor financiering uit het nationale groeifonds waar € 20 miljard in zit. Consumenten bereiken we tot in de wijken via lokale pers en huis-aan-huisbladen. Op die manier gaan we het bewustzijn en de kennis over voedsel vergroten, daar ben ik van overtuigd.”

Snel delen

Wim Esselink
Wim Esselink

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin