Doorgaan naar artikel

Wat kan de notenteelt bijdragen aan de eiwittransitie?

Notenteelt is in Nederland een kleine tak, maar kan wel degelijk bijdragen aan de eiwittransitie. Wat is daar voor nodig?

Geüpdatet op:
Achtergrond
Food
Om in de Nederlandse behoefte aan wal- en hazelnoten te voorzien,  zou 1.000 hectare notenaanplant nodig zijn. - Foto: ANP premium

Om in de Nederlandse behoefte aan wal- en hazelnoten te voorzien, zou 1.000 hectare notenaanplant nodig zijn. - Foto: ANP

Notenteelt is in Nederland een kleine tak, maar kan wel degelijk bijdragen aan de eiwittransitie. Dat vraagt om promotie van de noot en korte ketens in nieuwe producten en concepten met noten.

Sojabonen, lupine, kikkererwten: ze zijn overbekend als toekomstrijke gewassen voor de transitie naar een meer plantaardig dieet. Ook noten bevatten plantaardige eiwitten, maar ze springen tot nu toe minder in het oog dan de peulvruchten.

Dat blijkt ook uit de consumptie: Nederlanders blijken nog steeds ruim 60% van hun eiwitten uit dierlijke bronnen, zo blijkt uit RIVM-onderzoek. Volwassenen eten gemiddeld 78 gram eiwitten per dag, waarvan 50 gram uit dierlijke eiwitten komt, meer dan de helft daarvan komt uit vlees. Noten steken daar met 3,5 gram per dag wat schril bij af.

De notenteelt is een kleine tak in Nederland. Van oudsher zijn notenbomen vooral erfbeplanting. - Foto: Canva/Avalon_Studio
De notenteelt is een kleine tak in Nederland. Van oudsher zijn notenbomen vooral erfbeplanting. – Foto: Canva/Avalon_Studio

Als het aan Herman Janssen ligt, komt daar snel verandering in. Hij heeft een notengaard en is betrokken bij de Nederlandse Notenvereniging. Als vertegenwoordiger van de Nootsaeck Adviesgroep kijkt hij naar de mogelijkheden om de aanplant van notenbomen en kennis over notenteelt in Nederland te bevorderen. Noten kunnen een belangrijkere rol gaan spelen in de eiwittransitie, vindt hij. Van de dierlijke eiwitten zouden we 8-10%, zo’n 5 gram per dag, kunnen vervangen door noten, zo heeft hij berekend.

1.000 hectare notenbomen nodig

De notenteelt is nog een kleine tak in Nederland. Van oudsher zijn notenbomen vooral erfbeplanting op agrarische bedrijven. Als verdienmodel gaat het om een paar honderd hectare, maar daar komen wel snel veel hectares bij, zegt Janssen. Hij werkt aan projecten waarbij melkveehouders, pluimveehouders en akkerbouwers notenteelt toevoegen aan de bestaande bedrijfsvoering (agroforestry). Per project gaat het al snel om zo’n 3 tot 5 hectare.

Het kost een aantal jaar voor een notengaard zich heeft ontwikkeld, maar dan gaat het ook snel met de productie, zegt Janssen. Om in de behoefte aan wal- en hazelnoten in eigen land te voorzien, is er volgens hem 1.000 hectare notenaanplant nodig.

Aandacht voor korte notenketens

Korte lokale eiwitketens kunnen de verdere groei in eigen land bevorderen. Zo is er het project ‘Professionalisering korte notenketen’ in het Gelderse Lingewaard waar de Zandse notengaard, Van Hall Larenstein, gemeente Lingewaard, een cateringbedrijf en een aantal andere partijen samenwerken om een coöperatie te vormen met aandacht voor de teelt, afzet en promotie van notenproducten.

Daarnaast is er een initiatief om de Gelderse noot van een soort eigen label te voorzien (application d’origine controlée). De provincie Gelderland, maar ook Utrecht, Overijssel en Limburg zijn actief in het steunen van telers en ketens.

Turkije, VS en Frankrijk grote spelers

Foto: Canva/GomezDavid
Notenboomgaard in Californië. De VS is een grote producent van noten. – Foto: Canva/GomezDavid

Wereldwijd zijn landen als Turkije, de Verenigde Staten en Frankrijk grote spelers op notengebied. Uit Turkije komen vooral hazelnoten, de Amerikanen en Fransen richten zich vooral op walnoten.

Ten opzichte van die producenten kan Nederland zijn concurrentiepositie versterken, geeft Janssen aan. “We hebben betere productieomstandigheden dan in Turkije: geen kinderarbeid en betere mechanisatie. En vergeleken met de vaak droge Amerikaanse productiegebieden hebben we een geschikter klimaat en we staan voor een milieuvriendelijkere teelt.”

Vlees- en zuivelalternatieven met noten

Cowless is een melkvervanger die gemaakt wordt van noten.
Cowless is een melkvervanger die gemaakt wordt van noten. – Cowless

Naast een grotere productie is het nodig de noot beter in de markt te zetten om een rol van betekenis te kunnen spelen in de eiwittransitie. Een handje ongezouten noten per dag voorziet simpelweg in de eiwitbehoefte, maar er is meer nodig om de consument aan de noten te helpen. In de ontwikkeling van nieuwe producten is al veel gaande; zo heeft Albert Heijn een notenburger in het schap liggen.

“En universiteiten en hogescholen, zoals Van Hall Larenstein en Wageningen UR werken aan nieuwe producten. Van Hall Larenstein heeft bijvoorbeeld een plantaardige kaasvervanger op basis van Nederlandse walnoten ontwikkeld”, zegt Janssen. Ook hazelnootdrink, waarop onder meer Cowless Milc zich richt, biedt volgens hem nog veel mogelijkheden.

Lees ook:Cowless wil naar lokale productie van ‘notenmelk’

Eiwitkwaliteit van noten

De landelijke overheid heeft intussen een vraag neergelegd bij de Gezondheidsraad over welke gevolgen de verschuiving van minder dierlijke eiwitten naar meer plantaardige eiwitten hebben voor de menselijke gezondheid. Die heeft een Commissie Eiwittransitie geïnstalleerd met deskundigen op eiwitgebied. Deze commissie moet met adviezen gaan komen.

De overheidsvraag is relevant, omdat dierlijke eiwitten van hoge kwaliteit zijn en plantaardige eiwitten daarin vaak iets minder scoren. Eiwit is een voedingsstof en is opgebouwd uit aminozuren. Voor essentiële aminozuren is het lichaam afhankelijk van voeding. Dierlijke eiwitten bevatten vaak meer essentiële aminozuren in een gunstige verhouding en worden daarom gezien als eiwitten van hoge kwaliteit. In plantaardige eiwitten zitten soms minder essentiële aminozuren of de verteerbaarheid is lager.

Plantaardige eiwitbronnen afwisselen

Bij peulvruchten hebben soja en lupine de hoogste eiwitkwaliteit, zegt woordvoerder Patricia Schutte van het Voedingscentrum. Uit een aantal studies blijkt dat amandelen en walnoten een iets lagere eiwitkwaliteit bieden dan peulvruchten. “Dit hoeft echter geen probleem te zijn als je afwisselt met verschillende eiwitbronnen”, zegt Schutte. “De ene eiwitbron bevat meer van het ene essentiële aminozuur en de andere eiwitbron meer van het andere. Zo kunnen verschillende bronnen elkaar ook aanvullen.”

Ongezouten noten kunnen ook dienen als vleesvervanger, aldus de woordvoerder. “Ze bevatten naast eiwit ook ijzer en vitamine B1. Er zit geen vitamine B12 in noten. Het beste is om af te wisselen met andere vleesvervangers, zoals peulvruchten, tofu, tempé (ook geen B12) en eieren (wel B12). Zo krijg je alle voedingsstoffen binnen die je nodig hebt.”

Snel delen

Image
Petra Frans

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin