Westfleisch uit de rode cijfers

De op een na grootste slachterij in Duitsland sloot 2021 nog af met een verlies van € 12 miljoen. Als gevolg van Afrikaanse varkenspest viel in dat jaar de export naar een aantal Aziatische landen weg. Ook daalde de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in Duitsland en was er als gevolg van Covid-19 sprake van een overaanbod aan varkensvlees.

Ondanks gedaalde slachtaantallen en sterk gestegen kosten verwacht Schruck over 2022 een positief resultaat, vergelijkbaar met de jaren 2019 en 2020. In die jaren realiseerde de onderneming op een omzet van rond de € 2,8 miljard een nettowinst van respectievelijk € 10,7 en € 8,1 miljoen. Het eigen vermogen zal in 2022 op circa 40% uitkomen en daarbij is er ruimte voor extra investeringen. Het gaat voor 2023 om een investeringsbedrag van ruim € 40 miljoen. Daarmee ligt het investeringsniveau bijna weer op het niveau van pre-corona.

Meer varkensslachtingen

Westfleisch wil in Coesveld, ongeveer een half uur rijden vanaf Winterswijk, het aantal varkensslachtingen opvoeren van 55.000 naar 70.000 per week. Daarvoor lopen momenteel de vereiste procedures. Er bestaan vooralsnog geen plannen om, na de slachterij in Gelsenkirchen, nog andere locaties te sluiten.

Westfleisch slachtte in 2022 circa 8% minder varkens, vergelijkbaar met de ontwikkeling van de totale markt. Ook het aantal stuks grootvee daalde licht en het aantal kalveren lag bijna op het zelfde niveau als in 2021. In dat jaar slachtte Westfleisch 7,26 miljoen varkens en 392.000 stuks rundvee. Door de krimp in de Duitse veehouderij kon het bedrijf de marktaandelen in de slacht- en uitsnijderijen consolideren.