WTO: India mag suikerexport niet subsidiëren

De subsidie is in strijd met de regels van de wereldhandelsorganisatie (WTO), oordeelt het geschillenpanel van de WTO. India gaat tegen de uitspraak in beroep. India startte enkele jaren geleden met het financieel ondersteunen van de export van suiker. Het land had door grote oogsten een suikeroverschot. De export drukte op de suikerprijs op de wereldmarkt. Begin 2019 dienden Australië, Guatemala en Brazilië hier een klacht over in bij het WTO-panel. Later sloten nog twaalf landen zich hier bij aan, waaronder de EU. Deze landen exporteren ook veel suiker en ze zagen hun inkomsten teruglopen door de grote export vanuit India.

Te veel financiële steun aan suikerindustrie

Overheden mogen onder bepaalde voorwaarden sectoren ondersteunen tot een bepaald plafond. Bij suiker mag dat oplopen tot maximaal 10% van de waarde. Het WTO-panel constateert echter dat de Indiase regering gedurende een periode van vijf jaar (2014-2015 tot en met 2018-2019) te veel financiële steun gaf aan de suikerindustrie. Dat is volgens de WTO in strijd met de regels voor de internationale handel in landbouwproducten. Het WTO-panel vindt dat India de subsidies binnen 120 dagen moet intrekken. Bovendien oordeelt het panel dat India de WTO had moeten inlichten over de subsidies, hetgeen niet is gebeurd.

Australië is verheugd

Het Indiase ministerie van handel en industrie vindt het WTO-oordeel onacceptabel en gaat in beroep. Een beroepsprocedure kan maanden in beslag nemen. In Australië is verheugd gereageerd op het oordeel van het WTO-panel. Het Australische marktbureau Green Pool heeft uitgerekend dat de suikersector in Australië tussen 2017-2018 en 2020-2021 ongeveer 1 miljard Australische dollar (€ 640 miljoen) aan schade heeft geleden door gederfde inkomsten. De dalende suikerprijzen hebben geleid tot de sluiting van twee suikerfabrieken in Queensland.