Zeeuwse akkerbouwers zetten afzetketen frites op

Het idee om zelf fritesaardappelen in de markt te zetten, bestond al langer. “We hebben altijd fritesaardappelen voor de industrie geteeld”, zegt Denis Steijaert, die met zijn drie zonen een akkerbouwbedrijf in het Zeeuws-Vlaamse Nieuw-Namen runt. “Daar wordt je niet uitbetaald op smaak en die smaak van onze aardappelen is gewoon heel erg lekker. Daar wilden we meer mee.”

De Steijaerts hebben op diverse plekken smaakproeven laten doen en frites van aardappelen uit de Zeeuwse kleigrond bleken te worden gewaardeerd. “Op onze rijke grond groeien gewassen goed stabiel en ze rijpen mooi af. Dat draagt bij aan de smaak. Met rassenkeuze willen we dat nog verder finetunen, want in deze korte ketens draait het allemaal om topkwaliteit. Daarmee kun je die financiële plus maken op je product.”

Deze week reageerde de provincie Zeeland positief op het ingediende projectvoorstel ZeeuwsVlaanderenFriet (ZVL Friet).

Afzetmogelijkheden te over voor ZVL Friet in toeristisch Zeeland

‘Vandaag van het land (of uit de schuur), morgen op het bord’ is het motto van de korte keten waarmee de Steijaerts toegevoegde waarde aan het bedrijf willen geven. Corona wakkerde het plan aan. De aardappelafzet ligt immers op z’n gat met de sluiting van de horeca. Mooi moment om de plannen verder uit te werken, dachten de Zeeuwen.

“Mijn zonen zijn frites gaan maken en rondbrengen. We krijgen zoveel positieve reacties. De plaatselijke Albert Heijn belde ook, zij willen onze frites verkopen. Bij grenspark Groot Saeftinghe, waar allerlei streekproducten worden aangeboden, vind je ZVL Friet nu ook.”

De horeca is eveneens enthousiast, daar konden de mannen in de zomer van proeven. Door de coronasluiting verkopen die momenteel echter niet veel. “Daardoor zitten ze nu een beetje in de slaapstand, maar de potentie is hier enorm. In Zeeuws-Vlaanderen komen altijd veel toeristen. We hebben een bourgondische inslag en er zijn hier veel toprestaurants en strandtenten. Die zoeken authentieke producten met een verhaal, maar die moeten ook vers en van hoge kwaliteit zijn. Daar spelen wij op in.”

Uitbreiden en verfijnen van het ZVL Friet-project

Nu de financiën rond komen, kunnen de Steijaerts verder uitbouwen. “We kunnen ons merk, ons product in de markt zetten. Daar zit een heel samenwerkingsidee achter. Onder ander met agrarische onderwijsinstituten, als DAB en HAS, om de smaak nog verder te verbeteren. Ook willen we combinaties maken met de biologische teelt; collega’s en op den duur wellicht ook zelf (deels) omschakelen. Zilte aardappelen, daar kijken we ook naar. Het is een ontzettend leuk project voor ons en de betrokkenen.”

Intussen wordt het concept ook verfijnd; welke verpakkingen en welke varianten van de frites moeten er bijvoorbeeld komen. Steijaert schat dat de helft van de afzet naar de horeca zal gaan en de helft naar de retail. “Het doel is om over drie jaar al onze aardappelen van 20 hectare zelf, in deze korte keten, te vermarkten.”

Van bulk voor wereldmarkt naar korte ketens

Dat houdt ook een aantal praktische bedrijfsveranderingen in, voegt zoon Dirk toe. “We zijn nu vooral ingericht op het leveren van bulk voor de wereldmarkt”, legt hij uit. “De komende jaren gaan we ons hele bedrijf inrichten op korte ketens. Eerst de aardappelen, maar later ook voor andere producten. Voor nu betekent dat de rassenkeuze verschuift van Fontanes naar het voor de verse-fritesmarkt meer geschikte Agria. De bewaring wordt een kistenbewaring met mechanische koeling. We willen eigen afzet en daarbij onafhankelijk zijn van import.”

Het geeft hem veel voldoening om de aardappelen dichterbij te kunnen vermarkten. “Je ziet je zelf geteelde product terug in de streek in plaats van dat ze verdwijnen in de anonimiteit van de fritesindustrie.”