Doorgaan naar artikel

Zeggenschap FrieslandCampina op erf in discussie bij leden

Geüpdatet op:
Zuivel
Nieuws
Behalve over de financiering gaat het onder meer over de vraag hoe ver de onderneiming op het ledenerf mag treden. - Foto: Ronald Hissink

Behalve over de financiering gaat het onder meer over de vraag hoe ver de onderneiming op het ledenerf mag treden. - Foto: Ronald Hissink

In een nieuwe discussieronde met de leden zoekt FrieslandCampina een steviger financieel fundament en een aangescherpte ledenvertegenwoordiging.

FrieslandCampina heeft te maken met een steeds ruiger wordende externe omgeving, constateert coöperatievoorzitter Frans Keurentjes. Misschien verklaart dat deels waarom voor het derde jaar op rij intensieve gesprekken plaatsvinden met de leden. Inmiddels hebben 12 van de 80 geplande zomerbijeenkomsten met de leden plaatsgevonden.

Dit jaar moeten knopen worden doorgehakt over met name de ledenfinanciering en ook over de ‘governance’ – hoe de coöperatie wordt aangestuurd en hoe die de onderneming beïnvloedt.

Ledenfinanciering FrieslandCampina

Qua ledenfinanciering staat FrieslandCampina voor een dilemma. Het eigen vermogen moet hoger om een betere beoordeling te krijgen van kredietbureau’s en dat is nodig om een goede financiering te krijgen en houden. Lukt dat, dan kan FrieslandCampina de gestelde ambities blijven nastreven. Lukt het niet, dan moeten die ambities voor de langere termijn worden bijgesteld. Zo simpel is de situatie volgens Keurentjes.

Concreet wordt de vraag voorgelegd aan de leden hoe de financiering moet worden versterkt: met behulp van de eigen leden-inbreng, of moet extra geld ‘buiten de deur’ worden gezocht. Hapklare voorstellen van de kant van FrieslandCampina zijn er niet, stelt Keurentjes. “Het is een open vraag, maar wel een indringende vraag.”

Ledenobligaties

Momenteel is de solvabiliteit van FrieslandCampina ongeveer 36%. De ledenobligaties zijn goed voor 20%, geld in de dode hand is goed voor zo’n 16%. Kredietverstrekkers zien het liefst meer geld in het laatste potje, want op ledenobligaties kan niet worden afgeschreven. Dat er ook nog risico’s kleven aan de forse hoeveelheid ‘goodwill’ op de balans, is een bijkomende zaak. Hoe het ook zij, de financiering moet steviger om ‘in de flow te blijven’, zoals de voorzitter stelt. Volgens hem is besluitvorming niet acuut, maar wel noodzakelijk.

Modernisering bestuur

Een andere kwestie is die van de ‘governance’. Daarover heeft een werkgroep met 4 bestuurders als trekker een rapport over opgesteld. Doel is om het bestuur te moderniseren, dichter bij de leden te komen, meer deskundigheid van leden te gebruiken en ook om hier en daar de relatie coöperatie versus onderneming onder de loep te nemen. Een gevoelig punt daarbij is de zeggenschap over het praktijkreglement, erkent Keurentjes. Via dit reglement zet de onderneming een voet op het boerenerf en worden de voorwaarden bepaald waaronder de leden leveren. De directie doet dat om, met inachtneming van vragen vanuit de markt, de melk optimaal te kunnen verwaarden. Vraag is wel hoever dit mag gaan. Vanouds is het de onderneming die de inhoud van het reglement bepaalde, maar moeten leden hier toch niet meer stem in hebben, vraagt de werkgroep governance zich af.

Snel delen

Image
Klaas van der Horst

Voormalig redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin