Skip to content

Veganistische telers willen inspireren

De veganistisch-gecertificeerde telers van Zonnegoed in de Noordoostpolder mogen zich Agrarisch Ondernemer van het Jaar noemen.

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
De veganistisch-gecertificeerde telers van Zonnegoed in de Noordoostpolder zijn Agrarisch Ondernemer van het Jaar.- Foto: Koos Groenewold premium

De veganistisch-gecertificeerde telers van Zonnegoed in de Noordoostpolder zijn Agrarisch Ondernemer van het Jaar.- Foto: Koos Groenewold

De veganistisch-gecertificeerde telers van Zonnegoed in de Noordoostpolder mogen zich Agrarisch Ondernemer van het Jaar noemen. Joost van Strien en Christiaan Feickens zien de prestigieuze ondernemersprijs vooral als aanmoediging om door te gaan met vernieuwen.

Het blijft een week na dato nog steeds een beetje moeilijk te bevatten, vindt Joost van Strien. Samen met zijn compagnon Christiaan Feickens mag hij zich Agrarisch Ondernemer van het Jaar 2022 noemen.

Voor het bedrijf in Ens, in de provincie Flevoland is er nog veel te ontwikkelen. Het merk ‘No Shit’ zorgt nog maar voor een klein deel van de afzet. Sinds 2004 is het bedrijf biologisch-dynamisch en produceert onder het keurmerk Demeter, vernoemd naar de Griekse godin van de landbouw. Via die afzetkanalen gaan nu de meeste producten van het bedrijf naar de consument. Het eigen merk heeft inmiddels een website, waar een webshop moet komen, zodat consumenten vanuit de luie stoel de veganistisch geteelde groente kunnen bestellen. Binnenkort moet daar bijvoorbeeld ook een groentebox te halen zijn, inclusief recept. Een volgende stap zou zijn om de No-Shit- producten in de supermarkten te krijgen.

Brein van het bedrijf

Dit soort ideeën komen vooral bij Van Strien vandaan, zijn compagnon noemt hem ‘het brein’ van het bedrijf. Zelf is hij meer van het praktische werk op het bedrijf en stuurt hij medewerkers aan. Die zijn vooral nodig voor de onkruidbestrijding en de oogst, maar uiteraard ook op de trekker voor het zaaiwerk en de grondbewerking. De bodem is de basis van het bedrijf en vanuit de behoeften voor een gezonde bodem wordt het bedrijf gerund. Dat betekent geen kerende grondbewerking, vaste rijpaden om verdichting van de bodem tegen te gaan, geen kunstmest en geen gewasbeschermingsmiddelen.

Experimenteren

“Moedig”, noemt Feickens het besluit van de vakjury om hun bedrijf tot winnaar uit te roepen. Vier jaar geleden werd hij compagnon van Van Strien, waar hij veertien jaar geleden als stagiair aan een mbo-opleiding biologische landbouw binnenkwam. Hij werkte er eerst als medewerker en nu staan ze samen aan het roer van hun 92 hectare tellende bedrijf in Ens.

Joost van Strien was toen al bezig met experimenteren met telen zonder dierlijke mest. Van Strien houdt ervan en wilde steeds een stapje verder gaan, met minder grondbewerking, het gebruik van maaimeststoffen en het sluiten van de kringloop op het eigen bedrijf. Als biologische teler gebruikte Van Strien al geen kunstmest en nu dus ook geen dierlijke mest meer. De kringloop is bijna rond op het bedrijf Zonnegoed, de enige externe aanvoer is van maaisel uit natuurgebieden.

Brede selectie gewassen

De teelt is extensief en met een brede selectie gewassen: grasklaver en luzerne (voor veevoer), pompoenen, rode bieten, uien, wortelen, pastinaak en aardappelen. Deze worden geteeld in een vaste volgorde, zodat een gewas optimaal kan profiteren van het voorgaande. Zo komen de pompoenen op een perceel waar eerder twee jaar grasklaver en vlinderbloemigen hebben gestaan. “Er is dan praktisch niks meer nodig qua bemesting,” aldus Feickens, “de bodem heeft voldoende voedingsstoffen voor het gewas om te groeien.” De meeste teelten zijn 1 op 8. En de productie? Die verschilt uiteraard per jaar, maar doet niet veel onder voor biologische teelt. Neem bijvoorbeeld de aardappelen, waar volgens Feickens zo’n 25 tot 35 ton per hectare geoogst wordt. “Het ligt vooral aan de ziektedruk, als er vroeg phytophthora in komt, merk je dat in de opbrengst.” Tegen deze aardappelschimmelziekte doen de telers niets. Volgens de biologisch-dynamische richtlijnen is het gebruik van ‘groene’, oftewel niet-chemische gewasbeschermingsmiddelen toegestaan, maar dat doen ze liever niet.

Lees verder onder foto

Vers Vleesboerderij Savelkouls wint publieksprijs. - Foto: Koos Groenewold
Vers Vleesboerderij Savelkouls wint publieksprijs. - Foto: Koos Groenewold

Taak voor veredelaars

Op dat gebied ziet Feickens nog wel een taak voor veredelaars. “We hebben een goede leverancier en veredelaar van bijvoorbeeld pootgoed, met robuuste rassen, maar daar is nog veel te winnen. Als je wel biologische gewasbeschermingsmiddelen gaat gebruiken, is er voor veredelaars ook minder uitdaging om die resistente rassen te ontwikkelen.” Met zoveel verschillende teelten daalt de ziektedruk, de afwisseling maakt de omstandigheden voor plantenziekten ongeschikt om verder te overleven. Ook financieel is die grote verscheidenheid aan teelten een manier om risico’s af te dekken. “Wortelen zijn dit jaar zo goed als niks waard,” zegt Feickens. “Maar omdat we nog veel meer andere producten hebben, is dat te behappen.”

Voordat de stap naar het uitbannen van dierlijke mest gemaakt werd, had de ondernemer afspraken met een naburige veehouder, die grasklaver voerde aan zijn vee en de mest weer terugbracht op de akkers. Het nadeel hieraan was echter, dat in de biologische veehouderij ook gangbaar stro gebruikt mag worden. De residu daarvan komt dan dus ook op de percelen van Zonnegoed terecht. Bovendien is het een extra stap, die ook wel overgeslagen kon worden, bedachten de ondernemers.

Zonder veehouderij

Vorig jaar werd Zonnegoed het eerste Nederlandse bedrijf met het certificaat Biocyclic Vegan. In Europa zijn er al anderen gecertificeerd. Het is echt pionieren, want dit voorjaar wordt het derde seizoen écht zonder veehouderij. Het enige ‘vee’ dat wel op het bedrijf thuishoort, zit onder de grond. Het bodemleven is cruciaal en vogels die op het land poepen worden écht niet weggejaagd. Bovendien gaat nog altijd een deel van de grasklaver naar dezelfde veehouder waar Van Strien eerder mest van afnam.

De ondernemers zijn dus echte pioniers, grotendeels uit overtuiging dat het landbouwsysteem niet door kan op de huidige manier. “De veestapel zal krimpen en met de huidige kunstmestprijzen is het wellicht niet winstgevend meer om mest te gebruiken,” zegt Feickens.

Van Strien zei het al vlak nadat hij en z’n compagnon de prijs van Agrarisch Ondernemer van het Jaar in ontvangst namen: “De jury heeft een duidelijk signaal afgegeven over de ontwikkeling van de landbouw in de toekomst. Maar tegelijk, als wij de enigen blijven, is het een druppel op een gloeiende planeet. Dan is de erkenning van deze prijs bijna voor niets geweest.” Van Strien wil vooral het verhaal vertellen achter zijn manier van werken, “dat het kan, op een puur plantaardige manier, natuur-inclusief, klimaatvriendelijk, goed voedsel produceren en daar ook nog geld mee te verdienen.”

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin