Inflatie in februari 6,2%

In januari was de inflatie 6,4%, dus het CBS spreekt van een daling van de inflatie. Oorzaak van de hoge inflatie zowel in januari als februari, is grotendeels te vinden in de energieprijzen. De tabel met pompprijzen van het CBS zijn daar een duidelijke illustratie van. De laatste notering van benzine aan de pomp in deze tabel is van maandag 7 maart met € 2,24 per liter, 7 februari staat daar nog € 2,03. De energieprijzen stegen dan ook het hardst, vergeleken met dezelfde maand een jaar geleden: huisvesting, water en energie werd 10,3% duurder.

Voeding 4,9% duurder

En die werken dan door in de prijzen van andere producten. De prijzen van voeding waren afgelopen maand 4,9% hoger dan een jaar eerder. In januari was het prijsverschil nog 4,3%, dus de curve wordt steiler.

Ook in de horeca stijgen de prijzen fors. Vergeleken met februari 2021 was het gemiddeld 5,1% duurder om producten en diensten bij hotels en restaurants af te nemen.

Omdat de energieprijzen al maanden een belangrijke rol spelen bij de berekening van de inflatie, gaat het CBS onderzoeken hoe die meetellen in de berekening van de inflatie. Omdat de energieprijzen die Nederlandse huishoudens betalen niet maandelijks bewegen, geeft het inflatiecijfer mogelijk geen goed beeld van de prijsstijgingen die consumenten echt voelen, geeft het statistiekbureau aan.

Europese rekenmethode

Eerder had het CBS al bekendgemaakt dat de inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode in februari gedaald was. Volgens die berekening kwam de geldontwaarding uit op 7,2%. Het belangrijkste verschil tussen de twee methodes is dat de kosten voor het wonen in de eigen woning niet worden meegeteld in de Europese methode.