Skip to content

Veldboon: mooi gewas, maar lijdt onder concurrentie

De veldboon kan een alternatief voor soja zijn, maar het levert de teler nauwelijks iets op. Wat zijn de kansen in de voedingsindustrie?

Updated on:
Achtergrond
Eiwittransitie
Veldbonenteler Boelo Tijdens premium

Boelo Tijdens op zijn veldbonenland in april. De planten zijn net opgekomen. - Foto: Hans Banus

De veldboon wordt genoemd als een Europees alternatief voor soja. Boeren vinden het een mooi gewas, maar het levert nauwelijks iets op. Hoewel het areaal groeit, neemt de afzet in de voedingsindustrie maar mondjesmaat toe.

Het areaal veldbonen in Nederland neemt toe. In 2010 stond de teller op ruim 3.000 hectare. Dat is in 2023 gegroeid naar 4.340 hectare, met het grootste aandeel in Zeeland. Hoewel dit lijkt op een mooie groei, gaat ongeveer 95% van de bonen richting de veevoerindustrie.

Dat terwijl de veldboon veel kansen biedt voor voeding: het is het gewas met de hoogste eiwitopbrengst per hectare. De boon bevat 30% eiwit en heeft ook functionele eigenschappen: schuimen en emulgeren. Daarnaast bevat het veel essentiële aminozuren. Toch krijgt de boon nog niet echt een voet tussen de deur van de Nederlandse voedingsindustrie. Het blijft vooral bij kleinschalige experimenten en proefballonnetjes.

Veldboon als nieuw wisselgewas

Zo begon het eigenlijk ook bij Groningse boer Boelo Tijdens. Zes jaar geleden stopte Boelo Tijdens voor het eerst veldbonenzaad in zijn grond. Het was niet meteen liefde op het eerste gezicht. “Eigenlijk verliep het eerste seizoen verschrikkelijk.” Toch verbouwt hij ook in 2024 weer veldbonen.

Net geoogste veldbonen
Net geoogste veldbonen. – Foto: Mark Pasveer

In 2017 begon Tijdens met het telen van uien. Zijn toenmalige wisselgewas, koolzaad, sloot daardoor niet meer goed aan. “Koolzaad is erg lastig als onkruid in uien en laat zich moeilijk bestrijden. Daardoor was ik op zoek naar een nieuw gewas. In de tijd van mijn vader werden veel vlinderbloemige gewassen geteeld, maar door het Gat van Rotterdam (kostprijsvoordeel voor de import van graanvervangers van buiten de EU, red.) werd de Europese markt niet meer beschermd tegen goedkope buitenlandse gewassen.”

Tijdens kwam toen bij de vlinderbloemige gewassen, omdat dit veel bodemvoordelen oplevert. In zijn omgeving wordt vooral luzerne verbouwd, maar dat is een gewas dat drie jaar op hetzelfde perceel blijft staan. Tijdens was op zoek naar een gewas dat stikstof bindt en maar een seizoen op het land blijft staan. Hij kwam uit bij veldbonen.

Eerste oogst mislukt

“Veldbonen laten veel stikstof achter en wortelen diep in de bodem waardoor deze los komt. Dat heeft meer een positief effect op het nagewas.” In november 2017 zaaide hij daarom 6 hectare in met winterveldbonen. Die oogst viel tegen door de enorme kou. “Winterveldbonen zijn niet zoals wintertarwe enorm bestand tegen kou. Ze moeten al diep gezaaid worden om de vorstgevoeligheid te verlagen. In februari van dat jaar was het warm en daardoor begonnen de planten hard te groeien. Toen kwam in maart daar enkele dagen flinke vorst overheen. De veldbonen stierven af en ik heb niet meer gewacht of er nog iets van terecht zou komen.”

Afzet lastig

Toch liet Tijdens zich niet uit het veld slaan na de mislukte oogst. Hij had er vertrouwen in dat de veldbonenteelt een mooie aanvulling zou zijn op zijn bedrijf. Daarbij kwam dat hij vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) een toeslag kreeg op het verbouwen van veldbonen zonder chemische gewasbeschermers. Dat maakte dat hij er nog wel iets voor kreeg, want afzet vinden is lastig. “Ik teelde ongeveer 7 ton bonen en kreeg tussen de €250 en €300 per ton. Dat zit nogal onder de tarwe-opbrengst. Daar komt bij dat het uitgangsmateriaal duur is. Een boer is niet snel verleid om andere gewassen te gaan telen als het voor minder dan de tarweprijs weg moet.”

Ik teelde ongeveer 7 ton bonen en kreeg tussen de €250 en €300 per ton. Dat zit nogal onder de tarwe-opbrengst

Sinds drie jaar is Tijdens overgegaan op zomerveldbonen. De belangrijkste reden daarvoor is afzet. Winterveldbonen zijn nog lastiger om af te zetten in de humane consumptie, omdat het gehalte vicine en convicine (giftige stoffen) in de bonen hoger is. Zomerveldbonen zijn hierin al verder veredeld. “Ik kreeg de kans om voor Cosun veldbonen te telen. Hiervoor moest ik het ras Tiffany gaan telen, die lager is in vicine en convincine en daardoor een mildere smaak heeft. Dit zorgt ervoor dat ik mijn bonen gegarandeerd kan afzetten voor een marktconforme prijs. Zij steken hun nek uit voor Nederlandse bonen en ik vind het leuk om daaraan mee te werken.”

Veldboon als ingrediënt in vlees- of zuivelvervangers

Er zijn wel een aantal Nederlandse partijen die bezig zijn met veldbonen. Cosun is een van de grootste afnemers van veldbonen in Nederland. Het bedrijf haalt de eiwitten uit de favaboon en maakt hiervan een eiwitconcentraat of -isolaat dat vervolgens gebruikt kan worden in de voedingsindustrie. Bijvoorbeeld om vlees- of zuivelvervangers mee te maken.

veldbonenworstjes en veldbonenburgers van Vion/Me-at
Vion ME-AT maakt worstjes en burgers op basis van veldbonen. – Foto: Vion ME-AT

Verder maakt Vions ME-AT vleesvervangers op basis van veldbonen. Het bedrijf heeft hiervoor 30 hectare aan veldbonen in Nederland. Daarnaast is ook het Zeeuwse Meatless een afnemer van veldbonen. Dit bedrijf maakt ingrediënten voor onder andere vleesvervangers. Daarnaast wordt veldboonmeel ook steeds vaker ingezet als broodverbeteraar in de bakkerij-industrie.

In de directe verkoop loopt het nog geen storm voor de veldboon. HAK, de grootste conservenfabrikant van Nederland, heeft geen veldbonen in het assortiment. Ook BOON heeft geen veldbonen in pak. Huismerken van supermarkten Albert Heijn, Jumbo en Plus bevatten geen veldbonen. In Nederland is alleen het grotere broertje van de veldboon, de tuinboon, bekend als product voor rechtstreeks op het bord. Dat is in andere landen anders; in het Midden-Oosten eten mensen de veldboon bijvoorbeeld vaak bij het ontbijt.

Het afgelopen jaar zaaide Tijdens 11 hectare veldbonen in en leverde dat allemaal aan Cosun. Die maakte daar vervolgens favabean-eiwit van. Dit seizoen zaaide hij 6 hectare in, omdat dat praktisch was, maar ook omdat hij dit jaar slechts omgerekend 5 hectare mag leveren aan Cosun. “Ik vind het mooi dat ze andere boeren ook de kans willen geven om veldbonen te telen, maar dat betekent ook dat ik minder zaai, omdat het me anders te weinig oplevert.”

Bean Me Up! onderzoekt toepassingen veldboon

Veldbonenmeel
Van veldbonen kan je meel maken dat onder andere de bakkerij-industrie gebruikt. – Foto: Ton Kastermans

Dat is de uitdaging waar de veldboon mee zit: boeren vinden het een mooi gewas, maar het levert niks op en de voedingsmiddelenindustrie gebruikt het nog te weinig. De inzet van het Bean Me Up!-project is dan ook verschillende toepassingen onderzoeken voor veldbonen in de voedingsindustrie. Projectleider en lector Feike van der Leij is ervan overtuigd dat er een toekomst zit in de veldboon, maar dan moeten voedingsproducenten wel overtuigd worden van de meerwaarde: “Veldbonen kunnen het Europese alternatief zijn voor soja. Ze bevatten soortgelijke eigenschappen en op veel punten scoort de veldboon zelfs beter.”

In het Bean Me Up!-project zijn veel verschillende voedingsmiddelen ontwikkeld: van plantaardige yoghurt tot bakkerij-ingrediënten zoals banketspijs. “Wat we merkten is dat veldboon geen moeilijkere grondstof is om mee te werken dan soja. De veldboon is weliswaar wat harder en het is moeilijker om het eiwit te extraheren, maar het heeft een hogere eiwitopbrengst.”

De smaak is volgens Van der Leij niet een groot probleem, met een fermentatiestap is de bittere smaak te neutraliseren. De kleur, dat is volgens hem een grotere uitdaging. “We hebben kaas gemaakt met veldboon, met eiwit en goede consistentie, maar die was grijs-bruin van kleur, niet erg uitnodigend. Ook de yoghurt blijft een beetje grijs. We hebben in deze fase ook voornamelijk gekeken naar textuur, maar ik kan me voorstellen dat dat verdere optimalisatie uitdagingen oplevert.”

We hebben kaas gemaakt met veldboon, met eiwit en goede consistentie, maar die was grijs-bruin van kleur, niet erg uitnodigend

Concurrentie soja grootste obstakel

Hoewel het dus technisch mogelijk is om mooie voedingsmiddelen te maken met veldbonen, gebeurt het in de praktijk niet veel. Het grootste obstakel hierbij is volgens Van der Leij ongetwijfeld de concurrentie van soja. “Soja is in alle opzichten makkelijker om mee te werken, omdat het een langere geschiedenis heeft in humane voeding. Sojarassen zijn al verder geoptimaliseerd waardoor het een neutrale smaak en kleur heeft. En dan heb je nog de prijs. Het eiwit van importsoja is eigenlijk een restproduct van de sojaoliewinning: schroot. Dat schroot is zelfs met inbegrip van de transportkosten heel goedkoop. Daar is niet tegenop te concurreren.” En er kleven meer duurzaamheidsnadelen aan importsoja. Hier zou true-pricing een uitkomst zijn, zodat de milieu-impact naar waarde belast wordt.

Ook Tijdens beaamt dat soja de veldboon in de weg zit. “Er wordt gewoon te weinig voor betaald. En waarom zouden ze ook als soja voor een schijntje op de Europese markt wordt gebracht? Zolang de soja goedkoop binnen blijft komen zie ik niet hoe de veldbonen teelt verder gaat groeien. In Brussel is de wens om zelfvoorzienend te worden in eiwitrijke gewassen, dan moet er ook een situatie gecreëerd worden waarin dat kan.”

Zolang de soja goedkoop binnen blijft komen zie ik niet hoe de veldbonen teelt verder gaat groeien

Ongelijk speelveld

Hoewel Tijdens de veldbonenteelt een mooie aanvulling vindt op zijn bouwplan en ook blij is met wat veldbonen voor de natuur betekenen, wil hij er aan het einde van de dag wel wat aan verdienen. “Het is voor mij acceptabel dat de EU de teelt van vlinderbloemige zonder gebruik van chemische gewasbescherming aanjaagt via toeslagen, maar het is ronduit verdrietig dat diezelfde EU wel goedkope overzeese soja importeert. Die wordt wel bespoten met bijvoorbeeld glyfosaat. Dat zorgt voor een ongelijk speelveld.”

Tijdens is ook aangesloten bij de producentenorganisatie Eiwitboeren van Nederland. Die zet zich in om meer afzet voor eerlijke prijzen te creëren voor onder anderen veldbonen. Tijdens: “Dit geeft aangesloten boeren meer mogelijkheden om structureel dingen te veranderen in de markt. Met resultaat.”

Zolang er concurrentie blijft op het land met tarwe en in de supermarktschappen met soja, zal de veldbonenteelt in Nederland geen grote vormen aannemen. Meer toepassingen in voeding zal leiden tot betere prijzen voor boeren, maar dan moeten zij wel bereid zijn om soja in te ruilen voor een Nederlands boontje.

Snel delen

Alieke Hilhorst
Alieke Hilhorst

Redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin