Extreem weer leidt tot lagere graanoogst 2020

Dat zeggen graanspecialisten Arco Amperse van Agrifirm en Ko Francke van CZAV. De graanoogst begon vroeg, schetst Ko Francke van CZAV; in de derde week van juni werd wintergerst gedorst. “Daarbij viel de tweewassigheid al op. Niet alle korrels waren rijp, maar met extra lucht erop ging het bewaren prima. Het werd een mooie oogst met heel mooie dorsbare dagen. Voor de graanoogst is droog en warm weer prima.”

Slechte uitgangspositie

Ook bij de zomergranen was er sprake van twee- en driewassigheid. Francke: “Door de weersomstandigheden was er laat gezaaid en door de structuur was de opkomst onregelmatig. Zo maken we het niet vaak mee.”

De oogstvolgorde was door slechte uitgangspositie van de graanteelt ook anders dan anders. Waar normaal eerst wintergerst en dan zomergerst, gevolgd door wintertarwe en zomertarwe worden geoogst, waren nu eerst de wintergranen en daarna de zomergranen aan de beurt. De oppervlaktes zomergranen waren ook veel groter dan gebruikelijk, doordat wintergranen voor een deel niet konden worden gezaaid door het natte najaar. In het voorjaar lagen veel zomergranen echter weer droog.

Tweewassigheid leidt tot minder opbrengst

Opmerkelijk was het uitblijven van echte oogstpieken dit seizoen. Amperse: “De oogst verliep heel geleidelijk.” Ook Agrifirm meldt opvallend veel tweewassigheid. “Van de zandgronden zijn we het wel meer gewend, maar de laatste jaren zien we het op kleigronden ook steeds meer.” Tweewassigheid leidt tot minder opbrengst en meer droogkosten.

Toch valt de kwaliteit mee. Amperse: “Tarwe kent hectolitergewichten van gemiddeld 75 of 76 kilo en dat is prima. De gerst lijkt over het algemeen brouwwaardig, goed dus.”

We horen ook vaak dat het toch niet zo erg is als verwacht

De opbrengsten verschillen zo enorm, dat het gemiddelde lastig te bepalen is. “Het varieert van een paar procent opbrengstderving tot wel 20% minder, ook binnen regio‘s”, schetst Amperse. “In Noord-Nederland is de graanoogst het meest stabiel. We horen ook vaak dat het toch niet zo erg is als verwacht. Dat moet komen door corrigerend vermogen van het gewas; weerbaarheid tegen extreem weer.”

Ook Francke registreert bijzonder veel variatie in het oogstresultaat. Van mislukte tot mooie percelen van wel 12 ton tarwe per hectare. “De juniregen kwam op tijd. Gemiddeld komt wintertarwe rond de 9 ton, denk ik. Een halve ton minder dan gebruikelijk. Vorig jaar was een heel mooi seizoen met meer dan 10 ton gemiddeld.”

_{Lees verder onder foto}

Oogst wintergerst lager

Het lijkt erop dat in het Agrifirm-gebied de wintertarwe-opbrengst op klei onder de 10 ton blijft dit jaar, waar dit normaal gesproken rond de 10,5 ton zit.

Wintergerst pakt ook lager uit; 9 ton waar 11 ton in de noordelijke helft van het land de laatste jaren normaal was. In het Zuidwesten komt de wintergerstoogst gemiddeld op 8 ton, schat Francke. Dat is een ton lager dan normaal.

Op de zomergraanopbrengst is volgens Francke amper een peil te trekken, zoveel variatie is er dit jaar. “Zomergerst haalt de 5 ton gemiddeld niet, terwijl 7 ton normaal gesproken goed haalbaar is. Bij zomertarwe gaan we uit van 8,5 ton per hectare, maar dat blijft dit jaar steken bij een ton of 7.”

Als het vroeg kan, moet je niet wachten tot het beter wordt. Pak je kansen

Amperse meldt variatie van 5 tot 8 ton voor zomergerst. Zomertarwe lijkt te koersen op een redelijk normale 7 of 8 ton per hectare.

Vroeg zaaien loonde dit jaar, ziet Francke. “Het blijft dus ontzettend belangrijk om die beste combinatie te zoeken van op tijd en onder de goede omstandigheden. Als het vroeg kan, moet je niet wachten tot het beter wordt. Pak je kansen.”