Horeca grootste verliezer coronacrisis

De omzet nam af met € 7,3 miljard ofwel 40,6% af. Dat meldt het CBS. De voedingsmiddelenindustrie kreeg hiervan een flinke knauw en verloor ruim een half miljard aan omzet die normaal via de horeca gaat. Binnen de voedingssector is de drankenindustrie het hardst geraakt. Die verkocht de helft minder aan de horeca dan voor de coronacrisis. Normaliter is de horeca goed voor 10% van de omzet in drankenindustrie, nu was dat 5%. De drankenindustrie produceerde als gevolg van de crisis in totaal 8,7% minder dan in 2019.

Voedingsmiddelenindustrie is exportgericht

De voedingsmiddelenindustrie als totaal verkocht voor € 549 miljoen minder aan de horeca, een daling van 32%. Op het totaal van deze hele sector is dat overigens maar een betrekkelijk klein aandeel: 0,8%. De voedingsmiddelenindustrie is voor meer dan de helft op de export gericht.

Omzetgroei bij de supermarkten en speciaalzaken

Tegenover verlies bij de horeca stond forse omzetgroei bij de supermarkten en speciaalzaken (resp. +7,1% en +5,7%). De bestedingen van consumenten aan dranken en voedingsmiddelen groeiden met € 2,4 miljard. Vooral de verkoop van bier en wijn nam toe. Maar dit was lang niet genoeg om de met € 7,3 miljard verminderde uitgaven in de horeca te compenseren. ‘De daling van de consumptie van maaltijden en drank in de horeca werd dus bij lange na niet goedgemaakt door de stijging van de consumptie van voedingsmiddelen en dranken bij producenten en in de handel’, concludeert het CBS.

Restaurants en cafés zwaarst getroffen

Het sterkst kromp de horeca in het tweede (-58%) en het vierde (-53%) kwartaal van vorig jaar. Tussen de lockdowns was er enig herstel. Binnen de horeca zijn restaurants en cafés het zwaarst getroffen. Kantines, catering, fastfoodrestaurants, afhaalrestaurants en ijssalons zagen gaandeweg hun omzetdaling afnemen. Zij konden klanten blijven bedienen of vonden nieuwe manieren van afzet.

Steunmaatregelen

Driekwart van de horecabedrijven maakte gebruik van een of meerdere steunmaatregelen, tegen 31% gemiddeld van alle bedrijven. Dankzij die overheidssteun is de gevreesde faillissementsgolf tot nu toe uitgebleven. Er zijn in totaal zelfs minder faillissementen dan in het jaar voor de coronacrisis. Voor de horeca geldt dat laatste niet, daar waren duidelijk meer faillissementen dan in andere jaren. Het aandeel van de horeca in de totale economie nam af van 2,1% naar 1,3%.

Naast de horeca is ook de sector ‘cultuur, recreatie en overige diensten’, hard geraakt, met een omzetverlies van 25%. De toegevoegde waarde in de landbouw, bosbouw en visserij is nagenoeg stabiel gebleven. Uiteraard zijn er binnen die sectoren grote verschillen.