Skip to content

CSRD: aardverschuiving in wording voor foodbedrijven

De CSRD: volgens specialisten op dit gebied nu nog trilling in het landschap, maar een aardverschuiving in wording.

CSRD foodbedrijven premium

Dat de CSRD op dit moment alleen voor grote bedrijven geldt, wil niet zeggen dat kleinere ondernemingen hierdoor niet geraakt worden. - Foto: Canva

Grote foodbedrijven krijgen er onherroepelijk mee te maken: de CSRD. Volgens specialisten op dit gebied nu nog trilling in het landschap, maar een aardverschuiving in wording. Wat betekent de verplichting tot duurzaamheidsverslaggeving voor foodbedrijven?

Het Voedingscentrum schat in dat een derde van alle klimaatbelasting ontstaat door het maken en eten van voedsel. “Landgebruik voor de foodsector is verantwoordelijk voor 75% van het verlies aan biodiversiteit”, voegt Laurens Sloot toe. Hij is hoogleraar Ondernemerschap in de detailhandel aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Ook watergebruik heeft veel impact op de aarde, bijvoorbeeld in de avocadosectoren in Mexico en Chili. Ondanks dat de foodsector zo’n 10% bijdraagt aan de economie, is de impact op klimaat en natuur veel groter. Daar is nu heel veel aandacht voor. Twintig tot dertig jaar geleden was het duurzaamheidsvraagstuk voor grote bedrijven non-existent. Daarna werd het nice to have, maar niet need to have. Nu is het een license to operate. Dat gaat met de invoering van de CSRD alleen maar toenemen.”

Brigitte de Graaff, assistent-professor Accounting aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Onbekend maakt onbemind?

Het FD schreef eind 2023 dat een kwart van de Nederlandse bedrijven nog niet klaar is om volgens de CSRD te rapporteren. De Europese Unie wil echter dat grote bedrijven zich via duurzaamheidsverslaggeving toch gaan verantwoorden voor de impact die zij hebben op het klimaat. Volgens Brigitte de Graaff, assistent-professor Accounting aan de Vrije Universiteit Amsterdam, moeten bedrijven de CSRD niet angstaanjagender maken dan dit is. De ESRS-standaarden zijn immers kaders die bedrijven kunnen gebruiken om vast te stellen waarover ze dan precies moeten rapporteren. “Grote bedrijven kunnen inventariseren welke informatie ze hebben en waarover ze kunnen rapporteren, maar ook welke data ze nog niet hebben. Dat mogen ze ook noemen, als ze maar een plan van aanpak kunnen presenteren. Er zit dus enige transitieruimte in voor bedrijven om alles op de rails te krijgen.”

Kleinere ondernemingen in de keten

Dat de CSRD op dit moment alleen voor grote bedrijven geldt, wil niet zeggen dat kleinere ondernemingen hierdoor niet geraakt worden. “Grote foodbedrijven moeten over hun eigen impact rapporteren, maar zij moeten ook zicht hebben op wat er in hun keten gebeurt”, legt CSRD-specialist bij Flynth adviseurs & accountants Jirina van Daal uit. “Kleinere ondernemingen in die keten, die leveren aan grote spelers als Ahold, worden dus ook geconfronteerd met de vraag naar hun duurzaamheidsdoelen. Ze zijn er op dit moment nog minder mee bezig dan de grote bedrijven, maar ook voor hen gaat het zeker spelen.”

Laurens Sloot, hoogleraar Ondernemerschap in de detailhandel aan de Rijksuniversiteit Groningen.

De grote bedrijven in de foodsector beseffen volgens Sloot wel degelijk wat de CSRD voor hen gaat betekenen. “Bijna alle bedrijven in de foodsector zijn groot en moeten dus gaan rapporteren. De komende drie, vier jaar verwacht ik dat die bedrijven druk zijn met bepalen welke duurzaamheidsdoelen ze willen nastreven en waar ze over gaan rapporteren. Dan pas komt de echte uitdaging: hoe ga je die impact dan reduceren? Verduurzaming van de foodsector zit hem niet alleen in de impact op natuur en klimaat, maar ook op het sociale vlak. Denk hierbij leefbaar loon voor bijvoorbeeld boeren en goede arbeidsomstandigheden. Als je een groot foodbedrijf bent dat ineens moet gaan uitbetalen of daar garant voor moet staan in Oeganda, Panama of Costa Rica, wordt de inkoop veel duurder. Hoe ga je dat dan terugverdienen?”

Koen Hazewinkel, programmadirecteur en docent aan EFMI Businessschool.

Foodsector hard geraakt

Koen Hazewinkel, programmadirecteur en docent aan EFMI Businessschool, verwacht dat de foodsector hard geraakt zal worden door de CSRD. “We weten uit onderzoek dat foodproductie en consumptie een enorme ecologische footprint hebben. Alleen al daarom gaat de CSRD de sector echt treffen. Afhankelijk van hoe dicht een foodbedrijf bij de consument zit, zal het een enorme hoeveelheid data moeten gaan verzamelen over hun bedrijfsvoering en over alle schakels in hun keten.”

Die data verzamelen is volgens Hazewinkel een ‘heidens karwei’. “Het is de eerste keer dat foodbedrijven iets dergelijks móéten doen. Er is nog geen taxonomie, geen definitieboek; dat zal ontstaan in de komende jaren. Er is dus nog veel onduidelijk.”

Kaders

Veel vragen en onduidelijkheden dus, maar dat is niet raar. “De CSRD is een mechanisme dat organisaties dwingt om na te denken over duurzaam handelen en daarover te rapporteren”, legt Van Daal uit. “Het is een tool en presenteert dus geen kant-en-klare verbetermaatregelen. De CSRD zegt niet: als je iets negatiefs doet, moet je dit of juist dat doen om dat te voorkomen. Bedrijven moeten daarover zelf nadenken. De grote bedrijven zijn hier volop mee bezig, maar veel kleine ondernemingen weten nog helemaal niet wat er van hen verwacht wordt. Zij hebben nog geen uitvragen van hun ketenpartners, dus de grote foodbedrijven waaraan zij leveren, gehad. Van supermarkten is al wel duidelijk dat zij een van de eerste ketens zijn die wel een uitvraag naar hun leveranciers hebben gedaan.” “Het is een soort zelfnormering”, voegt De Graaff toe. “De CSRD eist transparantie. Als een groot bedrijf geen doelen stelt of haalt, dan straft de markt dat bedrijf daarop af.”

De CSRD zegt niet: als je iets negatiefs doet, moet je dit of juist dat doen om dat te voorkomen. Bedrijven moeten daarover zelf nadenken

Sneeuwbaleffect voor mkb-ondernemers vanaf 2025

Van Daal weet nog niet wat exact verwacht wordt van kleinere ondernemers. “Zij willen logischerwijs concrete doelstellingen hebben over wat hun grote afnemers van hen verwachten op duurzaamheidsvlak. Nu is dat vaak nog te vaag. Als jouw grote ketenpartner 10% CO2-reductie bijvoorbeeld duurzaam vindt en jij hebt op 20% gemikt, dan heb je 10% te veel geïnvesteerd en dat kost geld. Die afwachtende houding van veel bedrijven is dus heel logisch. Wanneer ondernemers de intrinsieke motivatie missen en afwachtend zijn richting de keten, zie je dat ze een kader nodig hebben om te gaan verduurzamen. Niemand wil tenslotte te veel geld uitgeven als dat niet nodig blijkt. Wanneer de kaders ontbreken, zie je dat deze groep ondernemers in de wachtstand schiet. Ik verwacht een sneeuwbaleffect in de keten als dit vanaf volgend jaar steeds duidelijker zal worden. Dan gaan ook vragen verderop in de keten spelen: wie betaalt die verduurzaming? De boer? De consument?”

Jirina van Daal, CSRD-specialist bij Flynth adviseurs & accountants.

Kansen in tijd, omzet en arbeid

Ondanks dat de gevolgen van de CSRD pas volgend jaar echt duidelijk zullen worden, zijn er wel kansen voor kleinere foodbedrijven. Van Daal ziet die bijvoorbeeld in het zijn van een aantrekkelijke ketenpartner. “Als Albert Heijn besluit om de komkommers te halen bij de leverancier met de minste uitstoot, heb je geluk als jij dat bent. Ik zie het bij aanbestedingen nu al gebeuren dat partijen die duurzaam kunnen produceren, de klus krijgen. Je hebt dus een grotere afzetkans en meer marktaandeel als je aantoonbaar duurzamer produceert. Je weet dan ook dat je een hogere prijs kunt krijgen voor jouw product, wat een positief effect heeft op je omzet.”

Bedrijven die nu al besluiten na te denken over duurzaamheid, hebben volgens Van Daal meer tijd om te veranderen. “Als je om vijf voor twaalf nog moet verduurzamen, heb je minder keuzes en kan het je meer geld kosten. Door goed te plannen, kun je goedkoper en efficiënter verduurzamen. Ook heb je meer tijd om de kansen te ontdekken. Er is nu echt ruimte voor nieuwe businessmodellen die geënt zijn op circulariteit en duurzaamheid.”

De Graaff beaamt dit. “Als je als kleinere leverancier nu al aan de slag gaat met het verzamelen van informatie over waar die grote bedrijven op CSRD-vlak aan moeten voldoen, ben je er straks klaar voor. Voor grote afnemers is het fijn als ze kunnen werken met een bedrijf die duurzaamheidsinformatie paraat heeft. Ze zullen wellicht eerder voor zo’n bedrijf kiezen dan voor de buurman die het niet voor elkaar heeft. De reikwijdte van de CSRD is dus veel groter dan alleen die grote foodbedrijven.”

Arbeidsmarkt

Van Daal ziet dat in de arbeidsmarkt een kentering gaande is op het gebied van duurzaamheid. “De werknemers die de arbeidsmarkt betreden, willen steeds vaker liever voor een groen bedrijf werken. Maar ze letten ook op hoe de organisatie met mensen omgaat. Als je in deze krappe arbeidsmarkt geen aantrekkelijke werkgever bent, werkt dat echt in je nadeel. Als je je profileert als groen en duurzaam, ben je spekkoper.”

Uiteindelijk zullen foodbedrijven de slag moeten maken naar produceren met zo min mogelijk impact op de omgeving. “Iedereen is van goede wil, maar niemand wil zijn marktpositie verspelen”, voegt Sloot toe. “Niemand wil de Pieter Pot van de foodsector zijn. Wat je wel wilt zijn is Tony’s Chocolonely: iets goed neerzetten en groeien. Je wilt jezelf niet uit de markt prijzen, zeker niet in een vrije markt.”

Onderscheidend vermogen

De noodzaak tot rapporteren an sich leidt niet tot onderscheidend vermogen, aldus Hazewinkel. “Alle grote foodbedrijven hebben dezelfde rapportageverplichting. Dus op dat gebied kun je je niet onderscheiden”. Waar moet je als bedrijf dan wél onderscheidend vermogen aan ontlenen? “Zodra rapportages inzichtelijk maken hoe partijen presteren op het duurzaam maken wordt ook direct duidelijk welke marktpartij vooroploopt in haar streven naar duurzaamheid. Dan ontstaat wel degelijk onderscheidend vermogen.”

Actief aan doelen werken

Volgens De Graaff kunnen grote bedrijven zich met de komst van de CSRD juist wel onderscheiden op duurzaamheidsvlak. “Bedrijven mogen in principe zeggen: ‘we hebben een x aantal ton aan CO2 uitgestoten, dat is hoger dan het jaar ervoor, maar onze ambities om dit te reduceren zijn beperkt’. Het punt is alleen dat ze zichzelf daarmee flink in de voet schieten. Maatschappelijk gezien wordt gefronst als jouw bedrijf weigert bij te dragen aan het verminderen van CO2-uitstoot. Je kunt je dus goed onderscheiden door heel actief aan die doelen te werken.”

Er zal niet worden gehandhaafd op of je de doelen haalt, maar op of je überhaupt over doelen en voortgang rapporteert

Afdwingen

Nu de CSRD in 2025 in het jaarverslag moet staan, rijst ook de vraag wie de CSRD-rapportages van bedrijven eigenlijk gaat controleren. Hazewinkel denkt dat dat spannend gaat worden. “Wat gaat de Europese Commissie doen aan handhaving? Als je je jaarverslag niet deponeert bij de KvK krijg je een waarschuwing en uiteindelijk een boete. Misschien gaat Brussel wel hetzelfde doen waar het de CSRD betreft.”

De accountant, die de jaarrekening van bedrijven onder zijn hoede heeft, zal volgens De Graaff in eerste instantie moeten bevestigen dat de duurzaamheidsinformatie van een bedrijf betrouwbaar en kloppend is. “Dit zorgt ervoor dat bedrijven niet meer zo makkelijk claims maken die moeilijk te controleren zijn. Er zal niet worden gehandhaafd op of je de doelen haalt, maar op of je überhaupt over doelen en voortgang rapporteert.”

“Ik ben heel benieuwd wat de gevolgen zullen zijn voor bedrijven die gehouden gaan worden aan zaken die ze in hun CSRD-rapportage zetten”, zegt Van Daal. “Gaat Milieudefensie achter die bedrijven aan zitten? Gaan journalisten opiniestukken schrijven? Gaat dat verduurzaming versnellen? Ik heb nog geen idee.”

Duurzaamheid is niet extra

De Graaff maakt zich niet direct zorgen om de CSRD voor grote bedrijven. “De meeste grote bedrijven zijn hier al mee bezig. Het wordt interessant over een jaar of twee, als de kleinere bedrijven er in steeds hogere mate mee te maken krijgen. De E in de ESG-criteria is al ver ontwikkeld, maar die andere twee nog minder. Het kost tijd om dat uit te zoeken, dus het is zaak dat je – ook als kleiner bedrijf- nu begint met je verdiepen in de CSRD en hoe dit jou gaat beïnvloeden. Die urgentie mist, maar dat zou niet moeten. Duurzaamheid is namelijk niet ‘extra’, maar essentieel voor bedrijven om hun businessmodel levend te houden.”

“In de basis is de CSRD een goede zaak”, sluit Sloot af. “Het vormt een grote verschuiving binnen in- en verkooprelaties. Vroeger kocht een retailer ergens wat in en had je een zakelijke relatie. Nu is er vergaande ketensamenwerking en moet je voor de duurzaamheidsrapportage helemaal terug de keten in naar de primaire sector, dus tot die ananasboer in Costa Rica of die avocadoboer in Chili. En De komende twintig jaar zal er in mijn optiek een aardverschuiving plaatsvinden op duurzaamheidsvlak in dergelijke ketens.”

Snel delen

Liza Bruggeling
Liza Bruggeling

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin