Debat moet over fundamentele keuzes landbouw gaan

De Eerste Kamer stemt in met invoering van het bindend correctief referendum. Het is geen twee derde meerderheid, maar toch. Zo’n referendum kan er straks aardig inhakken.

Landbouwminister Piet Adema, in demissionaire status, meldt CDA-Kamerleden dat gewasbescherming op maat nog geen alternatief is voor algemeen beleid in bufferstroken. Dit beleid op bedrijfsniveau is niet te controleren.

Waar het echt om gaat, blijft veelal onbesproken

Het is een greep uit de krantenkolommen. Politiek Den Haag vraagt, debatteert en stemt er nog gretig op los voordat het verkiezingsreces op vrijdag 27 oktober begint. En daar gaat het om: aandacht. De politieke partijen, met hun kopstukken al dan niet in de rol van bewindspersoon, willen scoren op hun terrein. Dat kan natuurlijk met programma’s, optreden, verkiezingsdebatten. Het podium in Den Haag is hier een verlengde van. Korte termijn veelal. Waar het echt om gaat, blijft veelal onbesproken.

Keuzes maken over basisbeginselen landbouw en natuur

Wageningse onderzoekers formuleerden zes dilemma’s over landbouwsysteem, natuurbeleid en leefomgeving. Moet Nederland wel voor de wereldmarkt produceren? Moeten landbouw en natuur met elkaar worden verweven of juist worden gescheiden? Houden we dieren voor productie van vlees of alleen voor verwerking van gras en reststromen?

Het zijn basisbeginselen waaruit keuzes moeten worden gemaakt. Misschien wel harde keuzes, maar dan weet de boer tenminste waar hij aan toe is. Volgens de onderzoekers loopt Nederland tegen grenzen aan. Een signaal overigens dat ook Alex Datema, directeur Food&Agri van Rabobank Nederland afgeeft. Het roer moet om, zegt hij.

Het debat moet over de basis gaan. Termen als transitie en duurzaamheid zijn te algemeen. Discussies over stuntprijzen voor vlees of verdienmodel zijn afgeleide.