Deense voedingssector voorop in duurzaamheid

Het Deense landbouw- en voedingsbedrijfsleven probeert de wereld te overtuigen dat het topprestaties levert als het over duurzaamheid gaat. Onderzoek onder managers op zes grote buitenlandse exportmarkten geeft aan dat 55% het daarmee eens is.

De Deense overheid – in de vorm van het landbouwministerie – en het landbouw- en voedingsgerelateerde bedrijfsleven werken nauw samen om de export te stuwen op basis van het verkoopargument duurzaamheid.

Een kampioenspositie

Het Deense voedingscluster claimt een soort kampioenspositie op dat punt in te nemen. Het publiek-private partnerschap Food Nations publiceerde al een paar ‘witboeken’ (document met relevante informatie), waarmee een poging wordt gedaan de afnemers wereldwijd te overtuigen van de Deense duurzaamheidsambities. Zo verscheen er bijvoorbeeld een witboek over de leidende en innovatieve prestaties van de ingrediëntenindustrie (met onder andere de concerns Novozymes en Chr. Hansen) onder de titel ‘Ingredients- Leading Innovation towards sustainable feed and food’.

De ESG-factoren

Feit is dat de aandacht voor verduurzaming mede door de klimaatproblematiek en de 17 ‘sustainable development goals’ (SDG) van de Verenigde Naties uit het bedrijfsleven niet meer weg te denken is. De ESG-factoren (environmental, social and corporate governance) nemen wereldwijd bij de beoordeling van producten en beursverhandelde aandelen een belangrijke plaats en worden gestaag nog belangrijker. Food Nations heeft laten onderzoeken hoe belangrijk dat in de praktijk is bij de keuze die afnemers van voedingsproducten moeten maken. Met andere woorden: is duurzaamheid echt een verkoopargument.

1.229 managers in de voedingsindustrie

Ondervraagd door bureau Epinion zijn daarvoor 1.229 managers in de voedingsindustrie op de markten van in alfabetische volgorde China, Duitsland, Groot-Brittannië, India, Japan en de VS. Van deze besluitbevoegde managers vindt 44% dat duurzaamheid nu al belangrijker is dan de andere parameters bij de productbeoordeling, zoals de prijs. Nog geen meerderheid, maar niettemin een behoorlijk percentage, vindt Food Nations. Duurzaamheid vertaalt zich volgens de ondervraagden met name in hergebruik van materialen, terugdringing van milieuvervuiling, reductie van verspilling in de waardeketen, een doelmatige inzet van grondstoffen inclusief water en energie plus gebruik van milieuvriendelijke emballage.

Meest duurzame voedingsclusters

Een forse meerderheid – 80% van de ondervraagden – is er bovendien inderdaad van overtuigd dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt als er zaken worden gedaan. Daarnaast meent 70% dat duurzaamheid nodig is voor groei op de lange termijn. Prettig voor de zich voor het milieu en klimaat inspannende Deense voedingsbedrijven is, dat 55% van de ondervraagde managers instemmen met de stelling dat zij samen tot de meest duurzame voedingsclusters in de wereld behoren.

Deense economie

Feit is ook dat de voedingsexport belangrijk is voor de Deense economie. Van de productie gaat 75% naar buitenlandse afnemers. Dat leverde in 2019 een exportwaarde op van ruim € 22 miljard: een kwart van de totale export. Het voedingscluster geeft voorts aan 189.000 mensen werk. Dat komt neer op 6,5% van de totale werkgelegenheid.