Grootste voedselprijsstijgingen in Oost-Europa

In een land als Litouwen zijn de voedselprijzen zelfs met 22,1% gestegen ten opzichte van april vorig jaar. Ook in Bulgarije is voedsel in een jaar tijd meer dan 20% duurder geworden. Andere grote prijsstijgingen zijn er in Letland (+17,7%) en Hongarije (+17,3%), Estland (+14,9%) en Roemenië (+14,8%), waar voedsel eveneens fors duurder is geworden. Dit blijkt uit cijfers van Europees statistiekbureau Eurostat.

In Nederland ligt de voedselprijsstijging in april ten opzichte van een jaar eerder net iets onder het Europees gemiddeld, met 8,5%. Hier stijgen de prijzen van producten anders dan voedsel harder dan de voedselprijzen. Dit is in de meeste Oost-Europese landen juist precies andersom.

Frankrijk en Ierland meest stabiel

De meest stabiele voedselprijzen zijn te zien in Ierland en Frankrijk, waar de prijsstijgingen met respectievelijk 3,6% en 4,3% relatief beperkt blijven.

Europa-breed worden de stijgingen van de voedselprijzen sterk aangejaagd door oliën en vetten, die 23% duurder zijn geworden in een jaar tijd. Maar ook groentes zijn ruim 10% duurder geworden, net als brood en granen. Per land zijn er daarnaast opmerkelijke uitschieters. Zo is in Bulgarije brood en graan in een jaar tijd 23,8% in prijs gestegen, terwijl groenten in Litouwen 36,9% duurder zijn geworden.

In Nederland zijn in het voedselpakket met name oliën en vetten (+13,6%), groenten (+12,6%) en vlees (+10,5%) duurder geworden.

Groter deel inkomen naar voedsel

De prijsstijgingen tikken in Oost-Europese landen extra hard aan omdat in deze landen toch al relatief een groter deel van het inkomen opgaat aan voedsel. Het Duitse statistiekbureau Destatis geeft aan dat een Roemeens huishouden in 2022 meer dan een kwart van zijn uitgaven doet aan voedsel. In Letland is dit bijna een kwart, in Bulgarije ruim 20%. Daar tegenover gaat bij een Duits huishouden maar 11,1% van zijn bestedingen naar voedsel. Voor Nederland is dit 14,2%.