Skip to content

Onderzoek: eiwittransitie is oplossing voor landtekort

De vervanging van vlees en zuivel door alternatieve eiwitten kan een doorbraak betekenen voor het landtekort in Europa. Dit concludeert Green Alliance in een analyse, gefinancierd door Good Food Institute.

eiwittransitie oplossing landtekort

Meer consumptie van alternatieve eiwitten zorgt er volgens Green Alliance voor dat er meer land beschikbaar komt voor natuur en koolstofvastlegging. - Foto: Peter Roek

Een grotere consumptie van alternatieve eiwitten zorgt dat er meer land beschikbaar komt voor natuur en koolstofvastlegging. Dit concludeert denktank Green Alliance in een analyse die is gefinancierd door non-profitorganisatie Good Food Institute.

De vervanging van vlees en zuivel door alternatieve eiwitten kan een doorbraak betekenen voor het landtekort van Europa. Afhankelijk van beleid en stimulering kunnen alternatieve eiwitten tot wel twee derde van de vlees- en zuivelconsumptie vervangen. Dan komt 44% van de landbouwgrond in tien landen vrij voor ander gebruik, zoals koolstofvastlegging, natuurbeheer of agro-ecologische landbouw. Dezelfde tien landen gebruiken 57% minder buitenlands land, omdat ze geen veevoer geproduceerd elders hoeven te importeren.

Lage interventie of hoge innovatie

Green Alliance bedacht twee scenario’s: ‘lage interventie’ en ‘hoge innovatie’. In het scenario dat uitgaat van lage interventie is tegen 2050 een zesde van de Europese vlees- en zuivelconsumptie vervangen door vooral plantaardige alternatieven. Innovatieve eiwitten, zoals precisiefermentatie en kweekvlees, worden dan niet winstgevend vanwege te weinig ondersteunend beleid. De mate van vervanging van vlees en zuivel blijft dan laag, omdat plantaardige alternatieven geen aantrekkelijke vervanging bieden voor stukken vlees en de meeste soorten kaas.

Passend beleid

In het scenario ‘hoge innovatie’ voert de EU gerichte beleidsinterventies voor precisiefermentatie en kweekvlees. In dat geval is twee derde van de dierlijke consumptie tegen 2050 vervangen door alternatieve eiwitten.

Onderzochte landen

Deze scenario’s zijn in het onderzoek toegepast op tien landen: Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Samen zijn deze landen goed voor 80% van het bruto binnenlands product (BBP) en 70% van het totale landoppervlak van de EU plus het Verenigd Koninkrijk. Bijna al het productieve land is in gebruik, waarvan 50% van de landbouwgrond voor vlees- en zuivelproductie. Slechts 20% landbouwgrond is voor de teelt van gewassen voor humane consumptie. Alle tien de landen gebruiken via import van onder andere veevoer land elders in de wereld.

Nederland wint weinig land

Van de tien landen komt in Nederland en Duitsland het minste land vrij, omdat het landbouwareaal relatief klein is en vooral voor de export produceren. In Nederland wordt 60% van het landbouwareaal aangewend voor exportproductie. Nederlanders gebruiken veel land buiten Europa voor geïmporteerd veevoer. Green Alliance hield de exportproductie buiten beschouwing, omdat deze dierlijke productie niet vermindert door meer plantaardige consumptie binnen de EU. De onderzoekers denken wel dat de druk op de exportproductie zal toenemen als de kosten van de milieuschade, door bijvoorbeeld mest, toenemen. Op dat moment zal ook de veehouderij voor export verminderen.

Koolstofneutraliteit makkelijker

Een van de voordelen van meer consumptie van alternatieve eiwitten is dat de behoefte aan dure technologische koolstofverwijdering en opslag afneemt. De uitstoot van broeikasgassen is aanzienlijk lager bij de productie van alternatieve eiwitten vergeleken bij de productie van dierlijke eiwitten. Tegelijkertijd kan het land gebruikt voor veehouderij worden omgezet naar natuur dat koolstof vastlegt. Dit vermindert niet alleen het volume aan CO2-uitstoot, maar ook de kosten van de verwijdering en opslag van de broeikasgassen. Die worden geraamd op €21 miljard per jaar in 2050.

Verviervoudiging van het agro-ecologisch areaal

Het tweede voordeel is dat het vrijgekomen landbouwareaal kan worden ingezet voor agro-ecologische landbouw. In het scenario ‘hoge innovatie’ neemt het agro-ecologische areaal toe naar 36%. In het geval van ‘lage interventie’ kan het landbouwareaal verdubbelen. De groei van agro-ecologische areaal hangt wel af van hoe snel de vervanging van vlees en zuivel gaat. Op dit moment gaat de eiwittransitie niet snel genoeg om de doelstelling van de EU, 25% biologische landbouwareaal in 2030, te behalen.

Lees ook de column: De grote roze olifant in Nederland: de veeteelt

Zelfvoorzienend agro-ecologisch

Agro-ecologisch landbouw kan juist minder duurzaam uitpakken als het eetpatroon nog vooral dierlijk is. Als landen zelfvoorzienend zijn, vermindert dat het gebruik van landbouwgrond en bijbehorende uitstoot buiten Europa. Agro-ecologische landbouw gebruikt meer land en presteert niet veel beter in koolstofopslag of biodiversiteit dan reguliere landbouw. Agro-ecologisch dierlijke voedsel produceren zou een groter beroep doen op land buiten Europa. Ook is er minder land beschikbaar voor natuur dat koolstof vastlegt. Alleen in combinatie met een grotere consumptie van alternatieve eiwitten hebben de tien landen genoeg landbouwgrond om agro-ecologisch voldoende voedsel te produceren.

Meer leefruimte voor wilde diersoorten

Volgens Green Alliance komt in beide scenario’s land vrij dat, naast gebruik voor agro-ecologische landbouw, kan worden hersteld naar een semi-natuurlijke habitat voor wilde dieren. Voor boeren kan dit een interessant verdienmodel met goede subsidiëring. De landen meegenomen in de analyse kunnen dan de ‘Annex 1’-habitats herstellen op het niveau dat de EU in de Natuurherstelwet vereist. Ook kan het de ontbossing buiten Europa afremmen. Dit vanwege de verminderde vraag naar veevoer voor de Europese veehouderij. De denktank benadrukt dat de afremming van de ontbossing afhangt van het beleid in eigen land.

Snel delen

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin