Skip to content

Markt vraagt om volgende stap in plantaardige productie

Bedrijven moeten bij de plantaardige productie inzetten op smaakverbetering, een hoge functionaliteit en clean label. Zo blijkt tijdens het event The Future of Protein Production Live in RAI Amsterdam.

Updated on:
Achtergrond
Food
Afbeelding premium

De paneldiscussie tijdens het event The Future of Protein Production Live. Foto's: Koos Groenewold

De grootste uitdaging van plantaardige voeding is om de consument te overtuigen dat plant-based niet alleen heel duurzaam, maar ook lekker is. Om de categorie verder te laten groeien, moeten bedrijven inzetten op smaakverbetering, een hoge functionaliteit en clean label. Zo blijkt tijdens het event The Future of Protein Production Live in RAI Amsterdam.

Welke ingrediënten en verwerkingstechnologieën zijn nodig voor Plant Based 2.0? Deze vraag staat centraal tijdens een paneldiscussie op het event The Future of Protein Production Live in RAI Amsterdam. Lorena Savani, Innovation Program Manager bij EIT Food, ‘s werelds grootste en meest dynamische platform voor voedselinnovatie, leidt de discussie. Te gast zijn Tom Walker (Quorn Foods), Lisa Zychowski (Planted), Yves Meyvis (RIC resolve) en Laurice Pouvreau (Wageningen Universiteit & Research).

Het kiezen van de juiste ingrediënten, die zorgen voor sappigheid, smaak, voedingswaarde en mondgevoel, is volgens Lorena Savani (links) van groot belang om de vraag naar plantaardige producten verder te laten groeien.

Het kiezen van de juiste ingrediënten, die zorgen voor sappigheid, smaak, voedingswaarde en mondgevoel, is volgens Savani van groot belang om de vraag naar plantaardige producten verder te laten groeien. Dat is echter wel een lastige opgave, weet Walker. “Het is een voortdurende zoektocht naar de juiste eiwitten om tot goede samenstellingen te komen, die eveneens betaalbaar zijn. Zoiets moet je helemaal vanaf ‘scratch’ opbouwen. En als je nieuwe producten maakt, die er niet uit zien als traditionele vleesproducten, dan is communicatie eveneens heel belangrijk. Hoe kun je deze producten thuis en in de horeca bereiden?”

De focus ligt nog te veel op vleesvervangers, die overeenkomen met de conventionele vleesproducten

Zychowski hoopt dat er meer van dit soort producten op de markt komen. “De focus ligt nog te veel op vleesvervangers, die overeenkomen met de conventionele vleesproducten. Gelukkig komt er een steeds grotere variëteit aan nieuwe ingrediënten op de markt, zoals fungi en andere paddenstoelensoorten. En natuurlijk de nieuwe groep: kweekvlees.” Pouvreau haakt daarop in: “Om ervoor te zorgen dat consumenten een product vaker kopen, zijn een goede textuur en smaak leidend. Daar moet de focus op liggen bij innovatie.”

De focus ligt nog te veel op vleesvervangers, vindt Lisa Zychowski.

Probeer ingrediënten die consumenten niet aanspreken te vermijden

De nieuwe generatie wil een hoge functionaliteit en clean label, vult Meyvis aan. “Dat vraagt om een volgende stap in de plantaardige productie. De oplossingen zijn te vinden in het proces. We moeten goed letten op de kwaliteit en de veiligheid van de ingrediënten en zuinig omgaan met conserveringsmiddelen. Probeer ingrediënten die consumenten niet aanspreken te vermijden, anders zullen ze voor alternatieven te kiezen.”

Tom Walker (links) en Yves Meyvis.

“Wees transparant in je ingrediënten en werkwijze”, adviseert Zychowski. “Dat helpt om bij de consumenten de bezorgdheid weg te nemen over bewerkt voedsel. Wij spelen daar heel bewust op in, door mensen in onze fabriek uit te nodigen en hen het productieproces  te laten zien.”

Pouvreau benoemt een andere uitdaging: duurzaamheid. “Met duurzame, plantaardige producten kunnen we echt impact maken.” Meyvis haakt daarop in: “Om een nieuwe duurzaamheidstandaard te realiseren zijn nieuwe partnerschappen nodig tussen verwerkingsbedrijven en ingrediëntenleveranciers. Daarnaast is de herkomst van de grondstoffen heel belangrijk. Kijk goed hoe deze zijn geproduceerd. Zorg voor openheid en een continue innovatiedrive.”

Met duurzame, plantaardige producten kunnen we echt impact maken, aldus Laurice Pouvreau.

Op het gebied van procestechnologie spelen momenteel allerlei opwindende ontwikkelingen

Zychowski ziet kansen in het proces om de duurzaamheid te verbeteren. “Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de eiwitten minder lang gedroogd hoeven te worden.” Walker vult aan: “Op het gebied van procestechnologie spelen momenteel allerlei opwindende ontwikkelingen, zoals het opschalen van extruderen, een vormgevingstechniek waarbij een vervormbaar materiaal door een matrijs geperst wordt. Het spectrum van technieken dat beschikbaar komt, wordt steeds breder.”

Communicatie

Daarnaast blijft een goede communicatie belangrijk, vinden de panelleden. “We steken veel tijd in het communiceren van de carbon footprint”, vertelt Zychowski. “Deze wordt ieder jaar ge-update. We laten ook de verhouding tot dierlijke productie zien. Het vergroten van de impact is een belangrijk onderdeel van onze branding.”

Het is belangrijk om een back-up te hebben vanuit de wetenschap

Bij Quorn wordt volgens Walker vooral ingezet op gezondheid en voedingswaarde. “We werken samen met wetenschappers. Als je over deze onderwerpen wilt communiceren, dan is het belangrijk om een back-up te hebben vanuit de wetenschap.” Tot slot is volgens Meyvis hulp van de overheid nodig. “De vraag naar plantaardig zal vooral toenemen als de overheid de consumptie van deze producten stimuleert. Dan kan de vraag echt heel groot worden.”

Samenwerken om eiwittransitie te versnellen

Een tweede paneldiscussie behandelt een ander onderwerp: succesvolle samenwerking in de toeleveringsketen om de eiwittransitie te versnellen. Susanne Wiegel van Nutreco heeft hierover een duidelijke visie. “Ga zo snel mogelijk met partners in gesprek die kunnen helpen met opschalen. Sluit partnerschappen zo vroeg mogelijk af en denk ook al in een vroeg stadium na over hoe je uit de pilotfase wilt komen.” Nutreco is vier jaar geleden naast diervoeding gestart met alternatieve eiwitten. “We hebben destijds vrijwel direct naar samenwerkingspartners gezocht.”

Ook Charlotte Lucas van het Good Food Institute (GFI) Europe vindt samenwerking heel belangrijk. “Het opbouwen en structureren van ons voedselsysteem heeft eeuwenlang geduurd. Dit kun je alleen veranderen door samen te werken en door met elkaar naar de juiste oplossingen te zoeken. Gelukkig kunnen we profiteren van het snelgroeiende business-to-business netwerk.” Het gaat niet alleen om samenwerking tussen bedrijven onderling, maar ook tussen universiteiten en de industrie, benadrukt Lucas. “Met elkaar kunnen we de transitie echt versnellen.”

Snel delen

Afbeelding
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin