Duurzaamheid is een veelomvattend thema. Dan draait het om zaken als voedselverspilling, verpakkingen, reststromen, biodiversiteit, groene energie, biobased grondstoffen, recycling, inzameling, milieubescherming, klimaatdoelen en kringlopen.
Bedrijven in de voedingsketen stellen eisen aan elkaar op deze terreinen. Ze willen dat hun leveranciers kunnen aantonen dat de grondstoffen of halffabricaten die zij aangevoerd krijgen voldoen aan de duurzaamheidscriteria. De levensmiddelenfabrikanten op hun beurt moeten hetzelfde doen bij hun afnemers.
Iedere lidstaat in de EU heeft eigen regels die een duurzame voedselproductie nastreven. Daarnaast heeft de EU ook eigen doelen en regels. Veel regelgeving komt voort uit de Green Deal, waarin de Europese Commissie doelen stelt voor onder andere het klimaat (CO2-uitstoot), voedselverspilling en hergebruik van verpakkingen. De overheid helpt door een enorm scala aan subsidieregelingen, zoals de Investeringssubsidie Duurzame Energie (SDE), Stimulering Klimaattransitie, Subsidieregeling Verduurzaming MKB, Regeling Groenprojecten, Nationaal Groenfonds en nog veel meer regelingen.
Een andere manier voor de overheid om verduurzaming te stimuleren loopt via de belastingen. Ondernemers die investeren in verduurzaming kunnen gebruik maken van allerlei belastingvoordelen, zoals de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen, de Milieu-investeringsaftrek en de Energie-Investeringsaftrek. Daarnaast hebben de Nederlandse provincies en Brussel hun eigen subsidieregelingen om verduurzaming te stimuleren bij ondernemers.
De voedingssector moet nog een hele slag maken. Denk maar aan de moeizame invulling van de statiegeldregeling. De EU stelt als doel in de Green Deal dat de EU in 2050 CO2-neutraal is. Dat is binnen 30 jaar. Dat is voor veel bedrijven een zeer lastige opgave, vooral voor bedrijven die veel energie verbruiken, zoals bakkerijen en bedrijven die grondstoffen indrogen voor gebruik als voedingsingrediënt.