Vegan telen: dé toekomst van landbouwproducten?

De landbouw van de toekomst gebruikt geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, houdt veel minder productiedieren, produceert klimaatneutraal en natuurinclusief en steeds meer lokaal. Vegan telen past uitstekend in dit plaatje, maar hoeveel vraag is er vanuit de retail?

Vegan telen heeft volgens Arjan Smits van Biocyclische-Veganlandbouw diverse voordelen: “Vegan landbouw is biologisch, zonder inputs van dierlijke oorsprong”, zo vertelt hij. “Er wordt een stabiele humus opgebouwd en door gebruik te maken van lokaal beschikbare materialen ontstaat er generatieve kringlooplandbouw. Vegan landbouw is dus beter voor dieren, bodemvruchtbaarheid, voedselzekerheid, biodiversiteit, milieu en klimaat.”

Vegan telen is mogelijk

Joost van Strien is al 25 jaar biologisch boer op zijn bedrijf Zonnegoed. “Wij denken goed na over de productie van ons voedsel. De landbouw van de toekomst gebruikt geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen, houdt veel minder productiedieren, produceert klimaatneutraal en natuurinclusief en steeds meer lokaal. Met onze No Shit groenten laten we zien dat vegan teelt mogelijk is. Zonder dierlijke mest, dus onafhankelijk van productiedieren.”

De gewassen worden op een klimaatvriendelijk geteeld. “We halen tonnen CO2 uit de lucht en leggen deze vast in de bodem. Wij ploegen niet, waardoor de wormen zich hier thuis voelen en de bodem steeds beter wordt. Verder gebruiken we natuurcompost om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren. We planten duizenden bomen in een voedselbos voor een levend bedrijf, voor het klimaat én om straks fruit, noten en nog veel meer te kunnen oogsten.”

Zonnegoed is het eerste bedrijf in Nederland dat produceert met het Biocyclisch-vegankeurmerk. “Ons doel is om meer boeren op deze manier te laten werken, zodat steeds meer verkoopkanalen en mensen bekend raken met het fenomeen. We willen laten zien dat No Shit toekomst heeft.”

Markt voor vegan teelt

De markt voor vegan teelt staat echt nog in de kinderschoenen, weet Jeroen Koedam van de Stichting Plenty Food Nederland/ Biocyclische-Veganlandbouw. “Zowel wat betreft het aantal boeren als de vraag. In Europa zijn er zo’n 25 boerenbedrijven die het Biocyclisch Vegankeurmerk bezitten, waarvan twee in Nederland en één in Vlaanderen. Deze bedrijven hebben hun eigen afzet en leveren zowel direct aan de consument, maar ook aan de biologische groothandel. Helaas wordt de meeste afzet zonder keurmerk verkocht. Dat is natuurlijk hartstikke jammer.”

Vanuit supermarkten is de vraag naar vegan landbouwproducten nog heel klein. “De gangbare supermarkten hebben nog geen interesse getoond. Een aantal biologische supermarkten wel. Het grote probleem is dat supermarkten voldoende volume willen hebben en dat is momenteel nog te laag. Wel zien we dat er bijvoorbeeld vegan bananen en citrusfruit uit Griekenland via de groothandel aan de Nederlandse supermarkten worden geleverd. Deze producten zouden gemakkelijk voor biocyclische veganlandbouw gecertificeerd kunnen worden. Een goede samenwerking met de groothandel is daarbij heel belangrijk.”

Meer bekendheid voor vegan landbouw

Stichting Plenty Food Nederland/Biocyclische-Veganlandbouw probeert de bekendheid van de biocyclische veganlandbouw te vergroten door deze meer onder de aandacht te brengen en door middel van kennisuitwisseling. “We willen de vraag langzaam verder uitbouwen en het volume omhoog brengen, zodat vegan landbouw in de toekomst meer en meer bekendheid geniet. Het is echt een kwestie van een lange adem.” Ook stimuleert de stichting boeren om over te schakelen op vegan landbouw. “Er is nog veel onbekendheid en er zijn allerlei uitdagingen. Het is daarom belangrijk dat telers elkaar ondersteunen, inspireren en adviseren.” Voor de toekomst ziet hij veel kansen. “De vraag naar vegan producten stijgt. Daar kunnen we ons voordeel mee doen.”