Skip to content

Verduurzaming van de zorg versnellen: kansen voor voedingsfabrikanten

De Green Deal Samen Werken aan Duurzame Zorg is in het leven geroepen om de zorgsector te verduurzamen, waaronder ook het voedingsaanbod. Toch blijkt er nog niet veel schot in de zaak te zitten

De Nederlandse gezondheidszorg is goed voor 7% van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Foto: Canva premium

De Nederlandse gezondheidszorg is goed voor 7% van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Foto: Canva

De Green Deal Samen Werken aan Duurzame Zorg is in het leven geroepen om de zorgsector te verduurzamen, waaronder ook het voedingsaanbod. Toch blijkt er nog niet veel schot in de zaak te zitten, inmiddels is de derde Green Deal ondertekend en blijken er nog veel obstakels om daadwerkelijk over te gaan tot actie. Wat zijn de knelpunten en naar welke voedingsproducten is nog vraag vanuit de zorg?

Op 4 november 2022 tekenden achttien (branche)partijen de Green Deal Samen werken aan duurzame zorg. Een ambitieus plan om zorginstellingen te verduurzamen op het gebied van CO2-reductie, grondstofgebruik en vermindering van milieubelasting bij medicatie(gebruik). Met de Green Deal moet de impact van de zorg op het klimaat ingeperkt worden, maar het plan levert daarmee ook de benodigde stootkracht om een transitie op gang te brengen. Wanneer grote partijen zoals zorgaanbieders meer duurzame voeding inkopen, kan er ook meer duurzame voeding geproduceerd worden en daarmee wordt het goedkoper.

Daarbij komt de paradox: de zorgsector beoogt mensen in Nederland beter te maken, (verergering van) ziekte te voorkomen en mensen een goede kwaliteit van leven te bieden, maar draagt er momenteel ook aan bij dat mensen ziek worden en hun kwaliteit van leven wordt geschaad door ongezonde voeding.

Ambities Green Deal

De Nederlandse gezondheidszorg is goed voor 7% van de totale uitstoot van broeikasgassen in Nederland. De bijdrage van voeding komt volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit op 6% van de totale uitstoot van de zorg. Ondanks dat dit slechts een klein percentage is, valt er nog wel degelijk winst te behalen. Daarnaast wordt het bevorderen van een gezonde leefstijl als reden genoemd om het voedingsaanbod voor cliënten en personeel gezonder te maken. Want zoals in de Green Deal staat geschreven: de meest duurzame vorm van zorg, is zorg die niet geleverd hoeft te worden. Voor het verduurzamen van het voedingsaanbod zijn de volgende doelen gesteld:

· In lijn met het Nationaal Preventieakkoord (en de voortzetting daarvan) werken zorgaanbieders aan gezonde, gevarieerde en duurzame voeding voor cliënten/patiënten en (waar van toepassing, zoals in bedrijfskantines) voor medewerkers. Zorgaanbieders maken ‘duurzame en gezonde voeding’ daartoe een onderdeel van hun inkoopbeleid. De richtlijn Eetomgevingen van het Voedingscentrum is hierbij het richtsnoer.

· Voeding met meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten is veelal duurzamer. Voor het voedingsaanbod voor personeel en bezoekers streven zorgaanbieders naar een 40/60-verhouding van dierlijke/plantaardige eiwitten uiterlijk in 2030, met een 50/50-verhouding als tussenresultaat in 2026.

· Zorgaanbieders en groothandels in de zorg leggen ‘duurzaam en circulair inkopen’ als uitgangspunt vast in het inkoopbeleid wat betreft (bouw)materialen, (medische) hulpmiddelen en voeding, en kopen waar mogelijk gezamenlijk in om de marktvraag hiervoor te stimuleren en daarmee de ontwikkeling van duurzame alternatieven te bevorderen.

Zorg moeilijk te bewegen

Hoewel de doelen op zich best overzichtelijk lijken, is er volgens Rudi Crabbé nog weinig beweging in het voedselaanbod van zorgaanbieders. Crabbé is initiatiefnemer van ToekomstProef, een project van Stichting Eten+Welzijn, dat zich richt op het verbinden van zorginstellingen en voedingsproducenten voor een gezond en duurzaam aanbod. “Zorginstellingen roepen al snel dat er alleen verduurzaamd kan worden als er maatschappelijk draagvlak is. Als je daarop wacht, worden er geen stappen gezet. De zorg moet leiderschap tonen en dat ook op zich nemen.” Ook uit onderzoek van inkoopcoöperatie Intrakoop blijkt dat er nog veel winst te behalen valt: slechts 4% van de 536 leden neemt duurzaamheid mee in de inkoop van voeding.

De wil is er

Dat de zorg duurzamer moet worden staat buiten kijf. Ook bij zorginstellingen weten ze wat de uitdaging is en willen ze ermee aan de slag, ziet, Linda van Lievenoogen, productgroepmanager facilitaire diensten bij coöperatieve inkooppartij Intrakoop. Intrakoop is een tussenpartij voor 550 zorginstellingen en hun groothandels. Zij geeft advies over (duurzame) inkoop van eten en drinken, maar ook energie, hygiëne, ICT, farmacie en medische inkoop. “De wil is er, merk ik als ik met zorginstellingen spreek, maar de vraag hoe de omslag gemaakt gaat worden is enorm groot. Het belang wordt ingezien, maar het blijft toch ook een bijzaak voor de zorg waar altijd handjes tekort zijn en er nu ook echt op de tenen wordt gelopen. Ga je dan een dergelijke verandering doorvoeren?” De complexiteit is zo groot, dat je ook volgens Van Lievenoogen iedereen nodig hebt en dat draagvlak is moeilijk te creëren als er weinig aandacht aan wordt besteed.

Aanbevelingen om draagvlak te vergroten

Ook uit de wetenschappelijke hoek wordt waargenomen dat het duurzaam maken van het aanbod moeizaam gaat. Sanne Djojosoeparto en Muriel Verain (WUR) hebben onderzoek gedaan naar hoe het vergroten van het plantaardig aanbod in verschillende publieke instellingen versneld kan worden. Ook zij stellen vast dat het ontbreken van draagvlak en motivatie een belangrijke barrière kan zijn voor het versnellen van de eiwittransitie. Hun onderzoek geeft aanbevelingen hoe overheden, scholen, universiteiten, gevangenissen, maar ook zorginstellingen het voedingsaanbod plantaardiger kunnen maken. “In de aanbevelingen die wij hebben gedaan aan de instellingen, waaronder ziekenhuizen, staat het belang van het creëren van bewustwording, draagvlak en motivatie, zorgen voor een gezond en duurzaam aanbod (passend bij de doelgroep), nemen van financiële maatregelen, en opnemen van de eiwittransitie in beleid en contracten.”

Toepassen van ‘quick wins’

Djojosoeparto en Verain stellen bijvoorbeeld voor om alle lagen van de organisatie tijdig te betrekken bij de omslag en duidelijk te communiceren waarom dit een belangrijk thema is en keuzes worden gemaakt. “Bewustwording, draagvlak en motivatie kunnen ook worden gestimuleerd door bijvoorbeeld proeverijen te organiseren of opleidingen te verzorgen voor keukenpersoneel om te koken met plantaardige ingrediënten.” Ook zien zij dat er kansen liggen voor oplossingen voor de sector die direct kunnen worden ingevoerd, zoals het toepassen van ‘quick wins’ (bijv. plantaardige melk in de koffie of plantaardige soepen zonder balletjes en met plantaardige room).

Leveranciers en kansen voedingsmiddelen

Aan de leverancierszijde ziet Lievenoogen niet zo zeer een probleem, die willen graag meewerken en onderscheiden zich met een duurzamer assortiment. Van Lievenoogen: “Natuurlijk kan het aanbod altijd meer zodat er geen keuze meer is tussen duurzaam en niet-duurzaam, maar grossiers zijn ook afhankelijk van wat de klant wil. Het ontbreekt aan anders denken vanuit de zorg, leveranciers en voedselproducenten: hoe maak je voeding aantrekkelijk en tegelijkertijd werkbaar en duurzaam. Laatst sprak ik een zorginstelling die beperkte koel- en vriescapaciteit had en daardoor brood niet in kon vriezen, wat zorgde voor voedselverspilling. Dan denk ik: er zijn meer manieren om te ontbijten en lunchen die gezond en duurzaam zijn, denk bijvoorbeeld aan een salade.”

Zij ziet kansen voor de voedingsindustrie om dat soort oplossingen te bedenken: makkelijk, kant-en-klaar, maar wel op een manier waarop cliënten goede en voldoende voedingsstoffen binnen krijgen. “Maar dan moet er wel veel meer overleg zijn tussen de zorg en hun leveranciers. Ik mis een integrale aanpak waarin ook duidelijk is welke doelen er gerealiseerd moeten worden in het voedselaanbod. Tijdens de aanbesteding wordt veel gevraagd, maar daarna niet meer gereflecteerd terwijl ik denk dat er kennis bij beide partijen ligt om nu echt een flinke zwengel aan het verduurzamen van voeding in de zorg te geven.”

Ik roep graag alle voedselfabrikanten op om na te denken over een gezonder, maar vooral anders denkend aanbod

Over één ding zijn alle partijen het eens: er moet iets veranderen in de consumptie in de zorg, maar er is geen eenvoudige oplossing. De Green Deal biedt daarin handvaten en doelstellingen, volgens de experts, maar zet vooralsnog niet aan tot actie. Het blijft te vrijblijvend, volgens Lievenoogen. Zij denkt dat er meer (stevige) regelgeving aankomt en dat is nodig om een beweging op gang te brengen. “Wet- en regelgeving gaat de beste stok achter de deur zijn en hoe langer er wordt gewacht hoe groter de stap. Ik roep graag alle voedselfabrikanten op om na te denken over een gezonder, maar vooral anders denkend aanbod. Alleen samen kunnen we de doelen halen.”

Snel delen

Alieke Hilhorst
Alieke Hilhorst

Redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin