Skip to content

‘Aandacht voor Topkeurmerken en ketenafspraken in Landbouwakkoord’

Dankzij de Smart Food Alliance wordt, in het concept-Landbouwakkoord aandacht besteed aan Topkeurmerken en aan het stimuleren van meerjarige ketenafspraken.

Updated on:
Business
Interview
Suzanne van der Pijll premium

Suzanne van der Pijll, managing partner van de Smart Food Alliance is blij dat er in het concept-Landbouwakkoord aandacht besteed wordt aan Topkeurmerken en aan het stimuleren van meerjarige ketenafspraken. - Foto: Fred Libochant

Schuttelaar & Partners was zes jaar geleden initiatiefnemer van de Smart Food Alliance. Het doel was om kleine en middelgrote agrifoodbedrijven een stem te geven richting de overheid. Dat werpt zijn vruchten af. Zo wordt er, dankzij de Smart Food Alliance, in het concept-Landbouwakkoord aandacht besteed aan Topkeurmerken en aan het stimuleren van meerjarige ketenafspraken.

De Smart Food Alliance heeft zich in zes jaar ontwikkeld tot hét toonaangevende business platform voor middelgrote agrifoodbedrijven met een groen hart. De Alliance zet zich in voor het ontwikkelen van duurzame, gezonde en eerlijke voedselketens door betere samenwerking en meer innovatie. In dit artikel vragen wij managing partner Suzanne van der Pijll naar de ontwikkelingen die de Smart Food Alliance de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, het advies betreffende het Landbouwakkoord en verduurzaming in de sector.

Wat was de aanleiding voor de oprichting van de Smart Food Alliance?

De Smart Food Alliance is zes jaar geleden in het leven geroepen als een belangrijke stem van de ondernemers in de agrifoodbranche. Wij merkten dat de overheid in haar voedingsbeleid wel in gesprek was met brancheorganisaties en met grote bedrijven, maar dat er in het beleid veel minder rekening werd gehouden met middelgrote en kleinere bedrijven. Juist dit soort ondernemers vormt de ruggengraat van het voedselsysteem in Nederland.

Wat is jullie doel?

“We willen de transitie naar meer duurzame en gezonde voedselsystemen versnellen. Ons netwerk is langzaam gegroeid. We hebben inmiddels zo’n vijftig leden. Samen met hen proberen we een stem te zijn richting de overheid.”

Worden jullie serieus genomen door de politiek?

“Jazeker. Natuurlijk schuurt het af en toe. Dat hoort er ook een beetje bij. Maar ik heb het gevoel dat het langzamerhand steeds beter beklijft. Daar hebben wij ons voor ingezet, maar daarnaast speelt ook de toenemende belangstelling voor hoe ons voedsel wordt geproduceerd. Er is heel veel aandacht voor de wijze waarop onze producten worden geproduceerd, maar ook voor wat consumenten willen consumeren en hoe bedrijven daar het beste op in kunnen spelen.”

Landbouwakkoord

Wat hebben jullie inmiddels bereikt?

“Veel van onze aandachtspunten zijn serieus opgepakt door de politiek. Zo zijn we onder meer betrokken bij de totstandkoming van het (inmiddels stukgelopen, red.) Landbouwakkoord. Op 15 maart hebben we een bijeenkomst gehouden waarbij een tiental deelnemers aan de Smart Food Alliance vertelde over welke kansen zij zien voor een duurzaam, gezond en eerlijk voedselsysteem. Zo gaven ze aan dat ketensamenwerking volop plaatsvindt en leidt tot een goed verdienvermogen voor alle schakels in de keten. Uit deze input schreven wij een advies vanuit het oogpunt van middelgrote en kleinere bedrijven voor het Landbouwakkoord. Dat advies hebben we overhandigd aan Chris Kalden, de voorzitter van de onderhandelingen over het Landbouwakkoord. De kern: stel meerjarige ketenafspraken centraal. Toen ik onlangs het conceptakkoord las, zag ik een aantal van onze aanbevelingen daarin terug.”

Kun je voorbeelden noemen?

“Veel Smart Food Alliance-leden werken met Topkeurmerken. Het gebruik hiervan is waardevol en biedt een onafhankelijk kader. Deze keurmerken geven aan wanneer een product duurzaam, gezond of diervriendelijk geproduceerd is. Dat is voor kleinere en middelgrote bedrijven heel prettig. Ze hoeven hiervoor niet zelf een systeem op te zetten, maar kunnen gebruikmaken van een onafhankelijk systeem, dat bepaalt waar de producten aan moeten voldoen. Afspraken over meer gebruik van Topkeurmerken is gewenst. Dat zien we in het concept-Landbouwakkoord terugkomen.

Daarnaast is ook ketensamenwerking essentieel om een verdere verduurzaming in gang te zetten. Het is belangrijk dat er prioriteit wordt gegeven aan verduurzaming boven marktwerking. Als voor een goede balans wordt gekozen, zie je dat verduurzaming en een goed verdienvermogen prima samengaan. In het concept-Landbouwakkoord wordt aandacht besteed aan het versnellen en het verstevigen van meerjarige ketenafspreken. Daarbij is een sleutelrol weggelegd voor middelgrote bedrijven. Zij zijn wendbaar en zijn de verbindende schakel tussen boer en burger.”

Langetermijnaanpak

Welke doelstellingen hebben jullie voor de komende tijd?

“We hopen dat er toch nog een vervolg komt op het Landbouwakkoord. En dan willen wij graag een actieve rol vervullen bij de implementatie daarvan. Langetermijnaanpak vinden we heel belangrijk. Voedselverwerkende bedrijven investeren altijd voor de langere termijn. Duidelijkheid over het beleid dat de komende vijftien tot twintig jaar wordt gevoerd, is essentieel.”

Hebben de bedrijven veel stappen gemaakt de afgelopen jaren?

“Enorm veel. Zeker op het gebied van energie- en waterverbruik. Daarnaast berekenen heel veel bedrijven hun CO2-footprint en voldoen ze aan Topkeurmerken. Ook zien we veel van de Smart Food Alliance-leden grote stappen maken in overschakeling naar duurzame landbouw.”

Uitdagingen

Wat zijn momenteel de grootste uitdagingen in de sector?

“Ondernemers krijgen te maken met allerlei extra kosten. Wij pleiten voor een internalisering van maatschappelijke kosten. Dus dat consumenten en producenten meebetalen voor alle gevolgen van hun keuzes. Wij willen veel meer toe naar een integrale kostentoerekening via heffingen, zoals een kunstmestheffing, een heffing op veevoer, of een heffing op de CO2-emissie. De vervuiler betaalt. Dat is de gedachte daarachter.

Een andere uitdaging is de verdere verduurzaming. Daarbij hopen we op hulp van de politiek. Er zitten miljarden in de transitiefondsen van ministers Christianne van der Wal en Piet Adema. Wij vinden dat dit geld moet gaan naar de landbouw en voedselverwerkende bedrijven die blijven, zodat bedrijven hun verduurzamingsaanpak verder kunnen ontwikkelen. Zo kunnen we ervoor zorgen dat ze voedselproductie, -verwerking en -verkoop in ons land behouden blijft.”

Wat maakt de uitgangspositie van de foodbedrijven in Nederland zo sterk?

“We hebben heel goede kennisinstellingen en zijn echt een ondernemersland. Dat zien we terug bij alle bedrijven die de drive hebben om het beter te doen, om te veranderen en om aan te sluiten op nieuwe ontwikkelingen. Wij vinden het heel belangrijk om dat te blijven stimuleren. Daarbij gaat het niet alleen om verduurzaming, maar bijvoorbeeld ook om de beschikbaarheid van gezonde voeding voor alle lagen van de bevolking.”

Kun je daar meer over vertellen?

“Een van onze deelnemers is een beetje een vreemde eend in de bijt: de Nederlandse Voedselbanken. We merken dat er in de Nederlandse samenleving ongelooflijk veel mensen aangewezen zijn op systemen zoals de Voedselbanken. Het is heel belangrijk dat deze groep gezonde producten ter beschikking krijgt. Daarom willen we samen met onze leden – maar het liefst nog veel breder – kijken hoe we meer gezonde producten via de Voedselbanken bij de allerarmsten kunnen krijgen. Daar gaan we ons hard voor maken.”

Snel delen

Afbeelding
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin