EU kent twee uitzonderingen op stijgende voedselprijs

Er zijn twee uitzonderingen op de almaar stijgende voedselprijzen in de EU. Dat zijn Cyprus en Malta. Op deze eilanden is het prijsverschil met vorig jaar wat kleiner geworden. Op Cyprus is voeding voor de consument nog 4,4% duurder dan vorig jaar, terwijl dat verschil in juli nog 8,6% bedroeg. Dat terwijl in het dichtbijgelegen Turkije de prijzen nog bijna 90% hoger liggen dan vorig jaar.

Cyprus

Vooral groente en fruit zijn de portemonnee van de Cyprioten gunstig gezind. Beide producten zijn ruim 15% goedkoper dan een jaar geleden. Aardappelen zijn wel relatief duur. Op Cyprus wordt bij aardappelen veruit de grootste prijsstijging in de EU gemeten met een plus van 83,2%. Daarbij moet wel worden gezegd dat het prijsverschil wat afneemt; in mei lag de prijsverhoging nog boven de 100%.

Op Malta draagt vis naast groente en fruit bij aan een kleiner prijsverschil met vorig jaar. Opvallend daarbij is dat boter op dit eiland al het hele jaar goedkoper is dan in 2021. Ondanks de teruggang in de prijzen is voeding op dit eiland nog steeds 12% duurder dan vorig jaar.

Hongarije uitschieter

Tegenover deze twee uitzonderingen staan ook uitschieters naar boven. De grootste uitschieter is Hongarije. Daar nam het prijsverschil bij voeding ten opzichte van vorig jaar met 4,3 procentpunt toe tot 34%. In Polen en Roemenië gingen de prijzen met 2,4 procentpunt omhoog. Desondanks blijft het prijsverschil op jaarbasis in deze landen nog onder de 20%.

De Hongaar moet vooral meer in de buidel tasten voor brood. Dat is 65,5% duurder dan vorig jaar. Maar zuivel en boter zijn ook ruim 50% in prijs verhoogd. Voor vlees moet 27,6% meer worden betaald. In het AGF-schap variëren de prijsverhogingen van 13% bij fruit tot plus 25% voor aardappelen. Daarmee levert het hele voedselpakket bij aan de grootste prijsstijging in de EU.