Skip to content

Hoofdrol voor plantaardig in EAT-Lancet: waar liggen de kansen?

Plantaardig staat centraal in EAT-Lancet-dieet: een gezond eetpatroon binnen een duurzaam voedselsysteem. Welke kansen biedt het binnen de eiwittransitie?

Updated on:
Achtergrond
Eiwittransitie
EAT-Lancet-dieet plantaardig eiwittransitie premium

In het EAT-Lancet-dieet staat plantaardig voedsel centraal. Verder is er beperkt ruimte voor dierlijke producten en plantaardige eiwitproducten. - Illustratie: EAT Foundation

Het wetenschappelijke rapport EAT-Lancet geeft inzicht in wat een gezond dieet binnen een duurzaam voedselsysteem inhoudt. Dit leidde tot het EAT-Lancet-dieet. Plantaardig staat hierin centraal. Welke kansen biedt dit dieet, ook binnen de eiwittransitie? Zijn er negatieve aspecten? Diverse experts delen hun visie hierover.

Kunnen we een toekomstige bevolking van 10 miljard mensen een gezond dieet geven binnen de grenzen van de planeet? Over deze vraag dachten 37 toonaangevende wetenschappers van over de hele wereld na. Hun antwoord: EAT-Lancet. Dit is het eerste volledige wetenschappelijke rapport over wat een gezond dieet binnen een duurzaam voedselsysteem inhoudt. Naar aanleiding van dit rapport volgde in 2019 het EAT-Lancet-dieet. Hierin staat voornamelijk plantaardig voedsel centraal. Verder is er beperkt ruimte voor zuivelproducten, vlees, vis en eieren.

Schrijf van Vijf

Lilou van Lieshout van Voedingscentrum over EAT-Lancet
Lilou van Lieshout (Voedingscentrum). – Foto: Jeroen van der Meyde

Lilou van Lieshout, expert duurzaam eten bij het Voedingscentrum, is blij met het rapport. Dat betekent echter niet dat het Voedingscentrum de EAT-Lancet-principes overneemt. “Voor de Schijf van Vijf zijn de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad het uitgangspunt. Daar zijn randvoorwaarden voor duurzaamheid aan toegevoegd zoals een maximum aanbevolen wekelijkse hoeveelheid aan vlees. Ook kijken we hoe we een duurzamer en gezonder voedingspatroon kunnen stimuleren. Denk daarbij aan het verlagen van de broeikasuitstoot van het voedingspatroon.” Ons voedingspatroon voldoet nu niet aan de grenzen van de planeet, we eten daarvoor met name te veel dierlijke producten, zegt Van Lieshout. “Voedsel is wereldwijd verantwoordelijk voor 21 tot 37% van de totale broeikasgasemissies en levert ook een grote bijdrage aan biodiversiteitsverlies. Het is dus ontzettend belangrijk dat we onze consumptie veranderen.”

Daarbij speelt vooral de consumptie van vlees en andere dierlijke producten een grote rol. “De helft van de broeikasgasuitstoot van een gemiddeld Nederlands voedselpatroon komt door de consumptie van dierlijke producten en met name (rood) vlees. Er valt dus echt een enorme winst te behalen als wij met elkaar minder vlees eten.” Dat advies is ook opgenomen in de Schijf van Vijf. “Wij raden aan om maximaal 500 gram vlees per week te eten en daarvan maximaal 300 gram rood vlees. Het blijkt dat veel mensen dit lastig vinden.” De Schijf van Vijf biedt volgens haar ook de mogelijkheid om minder of geen vlees te eten. “Daarbij adviseren wij om voor goede vervangers te kiezen, zoals noten, peulvruchten, eieren en eiwitrijke kant-en-klare vleesvervangers die verrijkt zijn met ijzer en vitamine B1 en/of B12.”

Wij adviseren om voor goede vleesvervangers te kiezen, zoals noten, peulvruchten, eieren en eiwitrijke kant-en-klare vervangers die verrijkt zijn met ijzer en vitamines

Kritiek

Een van de nadelen van het EAT-Lancet-dieet vindt Van Lieshout dat het voor veel consumenten een flinke stap is om volgens het dieet te leven. “Ook vind ik het jammer dat bij vlees en zuivel geen koppeling wordt gemaakt met topkeurmerken, zoals biologisch. De bijdrage van producten aan de vermindering van de biodiversiteit en overbevissing krijgt eveneens weinig aandacht.”

Ander punt van kritiek: “Het gaat om een wereldwijd advies voor de gemiddelde volwassen consument. Er wordt echter niet naar specifieke doelgroepen gekeken. Sommige studies waarschuwen dat vrouwen in de vruchtbaarheidsleeftijd bijvoorbeeld te weinig ijzer binnen krijgen als ze helemaal volgens het dieet zouden leven.”

Gezonde plantaardige producten

Van Lieshout ziet veel kansen voor bedrijven om in te spelen op de EAT-Lancet-principes. “De richting die EAT-Lancet aangeeft, is duidelijk: focus op meer plantaardig en minder dierlijk”, adviseert zij. “Breng plantaardige producten op de markt die daadwerkelijk gezond zijn. Vooral op het gebied van kant-en-klare vleesvervangers blijkt dat slechts 10% voldoet aan de richtlijnen voor vleesvervangers van de Schijf van Vijf. Over het algemeen bevatten ze te veel zout en verzadigd vet.”

Ze doet een oproep aan consumenten en bedrijven: “Iedereen kan een rol spelen en op zijn eigen manier al stappen zetten naar een duurzamer en gezonder voedingspatroon, of je nu uitgaat van de Schijf van Vijf of de EAT-Lancet-principes. De details zijn anders, maar de richting is hetzelfde: minder dierlijk en meer plantaardig, minder verspillen en vooral eten wat je daadwerkelijk nodig hebt.”

Duurzaamheid

Nikki van Kuijk van Greendish
Nikki van Kuijk – Foto: Greendish

Ook cateringbedrijven en aanbieders van maaltijden zijn geïnteresseerd in het EAT-Lancet-dieet. Dat was voor Greendish, een advies- en projectbureau op het gebied van duurzame en gezonde voeding, aanleiding om de principes te vertalen in praktische richtlijnen. Projectmanager Nikki van Kuijk licht toe: “Het dieet schrijft voor hoeveel gram fruit, groente, zuivel et cetera je per dag mag eten. Onze opdrachtgevers, de voedselaanbieders, hebben helemaal niet zoveel aan een dagelijkse richtlijn, omdat ze maar voor een deel van de maaltijden zorgen die op een dag worden gegeten. Daarom hebben wij de EAT-Lancet-richtlijn vertaald naar menu- en gerechtenrichtlijnen voor elk eetmoment van de dag.”

Ze merkt dat er vooral vanuit de catering veel belangstelling is. De horeca blijft, tot haar spijt, achter. “Food Forum in Almere is het enige restaurant in Nederland met een EAT-Lancet-proof menu. Vega en vegan restaurants komen als paddenstoelen uit de grond, maar die letten niet altijd op duurzaamheid. Een avocadobar is vegan, maar hoeft niet duurzaam te zijn.” Dat sluit aan bij een punt van kritiek van Van Kuijk over het dieet: “Het is niet altijd duidelijk hoe duurzaam een ingrediënt is.”

Begin volgend jaar komt een vernieuwde versie van het Eat-Lancet-rapport uit, weet Van Kuijk. “In deze 2.0-versie worden bijvoorbeeld ook de sociaal economische gevolgen meegenomen. Naar aanleiding van het nieuwe rapport, gaan wij kijken of het nodig is om onze richtlijnen te herzien.”

Vega en vegan restaurants komen als paddenstoelen uit de grond, maar die letten niet altijd op duurzaamheid

Economische haalbaarheid

De onderzoekers staan in het huidige rapport niet stil bij de economische haalbaarheid. Hogeschool InHolland Delft heeft hier wél onderzoek naar gedaan. “Provincie Zuid-Holland heeft ons in 2019 gevraagd om te onderzoeken of het haalbaar is om 80% van de productie voor de inwoners in de eigen provincie plaats te laten vinden en slechts 20% vanuit buiten de provincie te importeren. Omdat EAT-Lancet hét dieet van de toekomst is, hebben we besloten om dit aan ons onderzoek te koppelen”, legt docent Wendy Molendijk uit.

Het onderzoek startte met een enquête onder de inwoners over hun eetgewoonten. “De conclusies waren best schokkend”, blikt Molendijk terug. “Er wordt te weinig groente en fruit gegeten, veel te weinig noten en peulvruchten en veel te veel vlees, vergeleken met het EAT-Lancet-dieet.” Vervolgens hebben de studenten van de hbo-opleiding Dier in de Duurzame Samenleving gekeken naar landbouw en veeteelt. Hoe verhoudt deze zich tot het aantal inwoners? “We hebben in Zuid-Holland voldoende melkvee en rundvlees, maar te weinig kippen en varkens om de productie volledig binnen de provincie te houden. Ook is er in onze provincie nog ruimte voor meer visserij, bijvoorbeeld in de vorm van viskwekerijen voor de kust of voor de teelt van peulvruchten en noten in de akkerbouwgebieden.”

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd op een website met bijpassende recepten. Molendijk: “Wij denken dat eten volgens de 80-20-verhouding in Zuid-Holland mogelijk is. Al moet daarvoor wel heel veel veranderen in eetgewoontes en landgebruik.”

Je moet alle goede vruchtbare grond benutten voor de mensen. Grond waar niets anders groeit dan gras kunnen we laten begrazen door koeien

Veeteelt van de toekomst

Een ondernemer die duurzame veeteelt in de praktijk brengt, is Ruud Zanders, medeoprichter van Kipster. Hij denkt al tien jaar na over de veeteelt van de toekomst. “Een aantal Afrikanen heeft mijn ogen geopend. Ze vertelden hoe inefficiënt ze onze veehouderij vinden. Van 1 kilo graan kunnen zij tien mensen voeden. Wij geven het aan de kippen en de varkens en van dat vlees kunnen wij maar twee tot vier mensen te eten geven. Dat klinkt niet logisch.”

Het principe is volgens Zanders eigenlijk heel simpel: “Je moet alle goede vruchtbare grond benutten voor de mensen. Grond waar niets anders groeit dan gras (marginale gronden) kunnen we laten begrazen door koeien en geiten. Voedselresten die niet geschikt zijn voor humane consumptie kunnen we aan de varkens en kippen voeren. Daar krijgen we dan vlees en eieren voor terug.”

Dit principe heeft hij bij Kipster doorgevoerd. Zanders is heel tevreden over het voer voor de kippen, al ziet hij zeker nog mogelijkheden tot verbetering. “Momenteel voegen we nog 5% ingrediënten toe, die speciaal voor het voer worden verbouwd. Daar willen we in de toekomst een oplossing voor vinden. Daarnaast willen we nog beter kijken welke dieren welke reststromen nodig hebben. Nu merk ik dat kippen bepaalde voeding krijgen die juist geschikt zijn voor varkens en andersom. De uitdaging is dus: hoe maak ik van een reststroom op de meest efficiënte manier dierlijk eiwit?”

Snel delen

Afbeelding
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin