Skip to content

Nieuwe verpakkingsideeën: van laseren tot vierpersoonsporties

Waardevolle aanbevelingen én out-of-the box ideeën. Dat is de uitkomst van het tweejaar durende onderzoeksproject Goed Verpakt.

Updated on:
Interview
Sustainable food
Afbeelding premium

Paul Hendriks, verpakkingsexpert van Eosta BV. Foto: Eosta

Hoe kunnen bedrijven hun grote dillema’s op het gebied van duurzame verpakkingen oplossen? Deze vraag stond centraal in het twee jaar durende onderzoeksproject Goed Verpakt. Het resultaat: waardevolle aanbevelingen én out-of-the box ideeën. Twee deelnemende bedrijven vertellen over hun visie op duurzame verpakkingen én nieuwe verpakkingskansen.

Paul Hendriks is de verpakkingsexpert van Eosta B.V., internationaal distributeur van biologische groenten en fruit. Zijn motto is: de beste verpakking is géén verpakking. “Ik heb het dan wel over onbewerkte producten. Ga je snijden en portioneren, dan wordt het natuurlijk een ander verhaal”, legt Hendriks uit. Natural Branding is een voorbeeld waarmee Eosta heel veel (plastic) verpakkingen en CO2-uitstoot reduceert. Met een speciale laser wordt alleen wat pigment verwijderd uit het buitenste laagje van de schil van een stuk fruit of groente,  om – wat supermarkten graag willen – door middel van een merkteken biologische van niet-biologische producten te kunnen onderscheiden.

Laseren vinden wij een betere oplossing dan een plastic verpakking eromheen

Hendriks licht toe: “Laseren vinden wij een betere oplossing dan een plastic verpakking eromheen. Overigens vind ik plastic verpakkingen niet per definitie slecht. Maar als het kan, moet je ze voorkomen. Voor het business to business kanaal kunnen composteerbare en biologisch afbreekbare verpakkingen bijvoorbeeld soms een oplossing bieden. Niet voor consumenten; die snappen er weinig van hoe die nou precies moeten worden weggegooid. We moeten het vooral in kortere ketens zoeken.”

Duurzaamheid als uitdaging

Zolang consumenten ook in de winter komkommer willen eten, die dan uit Spanje moet komen, blijft duurzaamheid volgens hem een uitdaging. “We kunnen dan twee dingen doen: of een plastic hoesje eromheen doen, zodat die veel langer houdbaar blijft, of de keten aanpakken. In Duitsland is daar een mooi voorbeeld van te vinden. Een komkommer die in Spanje wordt geplukt, doet er gemiddeld elf dagen over voordat die thuis in de koelkast ligt. Dat hebben ze drie dagen weten te verkorten, waardoor extra plastic niet meer nodig is. In plaats van één keer per week één vrachtwagen met komkommers, één met paprika’s en één met tomaten vertrekt, rijden ze nu drie keer per week met één vrachtwagen, die deels met komkommers en deels met tomaten en paprika’s is beladen. Verdeeld over de week transporteer je dan dezelfde hoeveelheid producten en heb je altijd verse handel.”

Op zulke ideeën hoopt hij ook bij het deelnemen aan projecten zoals Goed Verpakt. “Vooraf weet je dat de meeste studenten zich over gebaande paden zullen bewegen, maar soms zitten er pareltjes tussen die echt out of the box kunnen denken. Ik haal er genoeg inspiratie uit, ook omdat er studenten bij zijn die heel andere studies doen dan verpakkingsontwerp. Daardoor komen ook onderwerpen aan de orde die voor veel mensen nieuw zijn, zelfs voor medewerkers bij Eosta. Zoals biomimicry en de mogelijkheden die dat wellicht voor onze producten biedt.”

Biomimicry is het vertalen van kennis van de natuur naar innovaties, legt hij uit. “Als je een stuk fruit in de zon legt, droogt dat uit. Beestjes in de natuur hebben daar óók last van. Hun lichaam is echter zo gevormd, of ze hebben een beschermend laagje, om toch te overleven. Wat kunnen wij daarvan leren voor ons fruit?”

‘Ready to eat’

Zo werkte een groep studenten werkte een case over ‘ready to eat’ uit. Hendriks: “In het algemeen zijn wij mensen lui en willen we niet te lang nadenken over wat we wanneer eten. We willen het hier en nu. Met een gemiddelde avocado of mango heb je dan wel een uitdaging. Zij bedachten een concept met bandjes en kleurcoderingen, waardoor de consument precies weet wanneer het fruit kan worden opgegeten. Samen met een winkel van Albert Heijn en een ‘ouderwetse’ groenteboer uit de buurt hebben ze ook met dat concept geëxperimenteerd. Het had wel wat voeten in de aarde om het op de werkvloer allemaal geregeld te krijgen, maar ook dit is interessant om verder te verkennen. Dan moet je natuurlijk wel nog zo’n groenteman om de hoek hebben.”

Daarnaast werd aan studenten gevraagd om een herontwerp van verpakkingen voor witlof te maken. “Een van de groepjes bedacht een heel nieuw concept om witlof in de markt te zetten, inclusief website en QR-codes. Want waarom zou je een nieuwe verpakking bedenken als mensen niet eens weten wat witlof is. En wat mensen niet kennen, dat eten ze doorgaans niet. Kortom: dit is voor ons een interessant concept om verder uit te denken.”

StarCuisine

Iedereen roept wel ‘minder plastic, minder plastic’ en daar moeten wij ook zeker wat aan doen, maar de milieu footprint van een verpakking weegt echter niet op tegen die van een lapje rundvlees of een maaltijdsalade, vindt Fernand Molenschot, directeur en mede-eigenaar van StarCuisine. “Grote duurzame stappen zet je dus niet met verpakkingen, terwijl daar nu wel heel nadrukkelijk de focus op ligt. Desondanks ontslaat dit ons niet van onze verantwoordelijkheid om in de volle breedte naar verbeteringen te kijken. En dus ook naar onze verpakkingen.”

Grote duurzame stappen zet je dus niet met verpakkingen, terwijl daar nu wel heel nadrukkelijk de focus op ligt

StarCuisine is specialist in de bereiding van hoogwaardige kant-en-klaar maaltijden en mise-en-place. Bij elkaar opgeteld worden in de nieuwe, in 2022 geopende, fabriek zo’n 2.500 eindproducten vervaardigd. “Dat we zó hard groeiden en een nieuwe fabriek konden gaan bouwen, zorgde er eveneens voor dat duurzaamheidsdoelen op verpakkingen niet bepaald hoge prioriteit kregen, legt Molenschot uit. “Inmiddels is dat een hot maatschappelijk item. En natuurlijk willen wij óók minder en beter verpakken. Maar verpakkingen zijn voor ons weinig meer of minder dan één van de zevenhonderd grondstoffen die we dagelijks gebruiken. Voor verpakkingen maken we dezelfde afwegingen als van alle andere grondstoffen die we inzetten bij onze productie.”

Een salade van StarCuisine. Foto: StarCuisine

Keten is moeilijk te doorgronden

Molenschot somt op: “Wat willen onze klanten en de consumenten? Wat zijn ontwikkelingen in de markt en bij concurrenten? Waar komen grondstoffen vandaan, zowel de bron (winning/productie) als de locatie (reisafstand)? Ik vind de verpakkingsketen op dit punt nog altijd moeilijk te doorgronden. Die moet daar veel transparanter in worden. Hoe zit het verder met de energie en uiteindelijk natuurlijk ook met de prijs? En welke duurzame keuzes horen daar dan bij? Je kunt iets vinden van het water- en energieverbruik in zo’n fabriek als die van ons, maar per saldo is dat zuiniger dan wanneer we thuis allemaal in ons eigen pannetje staan te roeren.”

Consumenten willen elk moment van de dag alles kunnen kopen, bijna tot in het extreme, weet de directeur. “Dat vereist héél véél verpakkingen. Het kan, maar dan moeten we door de hele keten het afval wel ‘in control’ hebben. Dat is een grote uitdaging. Je belandt in supply chain-kwesties: wil je producten het hele jaar beschikbaar hebben? Of kan de supermarkt doordeweeks een ander assortiment aanbieden dan in het weekend? Hoe kunnen we dingen slimmer doen?”

Portieverpakkingen

Om die laatste vraag te beantwoorden, helpen projecten zoals Goed Verpakt, vindt Molenschot. “Er kwamen enkele prikkelende out of the box ideeën uit, die tot verder nadenken stemmen of die wij ter inspiratie in gesprekken met onze klanten kunnen meenemen. Op het gebied van materiaalkennis en toepasbaarheid zouden ze verder uitgewerkt moeten worden.” Zoals de portieverpakkingen. “

Waarom maken we geen twee- of vier-persoons portieverpakkingen?

Tot nu toe zoeken we die convenience vooral in eenpersoons portieverpakkingen. Waarom maken we daar geen twee- of vier-persoons portieverpakkingen van. Of een maaltijd voor vier personen in één schaal. Dan heb je veel minder verpakking en dus plastic nodig. In het Verenigd Koninkrijk zien we dat al veel meer en het gaat hier óók gebeuren. Al gaat het vaak met horten en stoten, we gaan dus wel de goede kant op.”

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV).

Snel delen

Afbeelding
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin