Skip to content

Nuffield-scholar Jansen: ‘Leden onvoldoende meegenomen’

Nuffield scholar Ingrid Jansen duikt in coöperaties.

Ingrid Jansen: “Politiek bedrijven is niet mijn ding, ik haal er onvoldoende energie uit.” - Foto: Ton Kastermans

Ingrid Jansen: “Politiek bedrijven is niet mijn ding, ik haal er onvoldoende energie uit.” - Foto: Ton Kastermans

Drie Nederlandse Nuffield-scholars ronden dezer dagen hun tweejarige programma af. Ingrid Jansen, voormalig voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), nu directeur van plattelandsorganisatie Stimuland, is een van hen. Zij dook in het coöperatiemodel. “De balans tussen bedrijfsbelang en ledenbelang moet terug.”

Eigenlijk was Ingrid Jansen er al van overtuigd. Als het gaat om verbetering van de positie van boeren, is de coöperatie een goed model. Vindt zij nog steeds. Maar nu zij daar twee jaar studie naar heeft gedaan, ziet zij toch haken en ogen.

“De nadruk bij veel coöperaties in ons land ligt meer op het belang van het bedrijf dan op dat van de leden. Die twee kanten van de coöperatie zijn niet altijd in balans. Ik pleit ervoor dat leden meer worden meegenomen in het beleid van de coöperatie, bijvoorbeeld als het gaat om verduurzaming.”

‘Toekomstig leiders agrarische sector’

Ingrid Jansen (36) nam deel aan het tweejarige internationale scholingsprogramma Nuffield. Aan dat programma nemen mensen uit de hele wereld deel ‘die worden gezien als de toekomstige leiders in de agrarische sector’ (citaat van de website van Nuffield). Onlangs gaf Jansen op een webinar een presentatie van haar onderzoek.

Jansen is directeur van Stimuland, een non-profitorganisatie die zich inzet voor een vitaal platteland en sterke agrarische sector. Eerder was zij voorzitter van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders en initiator en voorzitter van de POV.

Onderdeel van het Nuffield-programma was een rondreis van zes weken door drie continenten. Dat samen met tien cursisten uit andere landen, en voordat de coronapandemie uitbrak. Los van de kennis die zij opdeed over de landbouwketens in zeven verschillende landen, was deze reis voor haar ook een sociaal experiment.

Tijdens die wereldreis met voor mij onbekende mensen ben ik erachter gekomen dat ik best een leuk mens ben, die kan luisteren en samenwerken

De totstandkoming van de POV was voor haar een hectische periode. In de zomer van 2018 nam zij opeens afscheid. “Er was discussie over mijn persoon. In de media werd ik door enkelen neergezet als een koel, afstandelijk en directief type. Op een gegeven moment ging ik geloven dat ik echt zo was. Tijdens die intensieve wereldreis met tien voor mij onbekende mensen ben ik erachter gekomen dat ik best een leuk mens ben, die kan luisteren en samenwerken. Ik ben tot rust gekomen, voel me relaxter en weet wat ik wel en niet wil.”

Niet de politiek of varkenshouderij in

Die ervaring leidde er onder meer toe dat zij nee zei toen haar werd gevraagd om op de VVD-lijst in de Tweede Kamer te staan. “Politiek bedrijven is niet mijn ding, ik haal er onvoldoende energie uit. Ik heb ook besloten om niet het varkensbedrijf van mijn ouders over te nemen, maar juist het akkerbouwbedrijf van mijn partner en mij te ontwikkelen tot een gemengd bedrijf, onder andere met biologische varkens. Die Nuffield-periode heeft mij dus veel gebracht.”

Terug naar de coöperatie, het onderwerp van haar studie dat door corona noodgedwongen een Nederlands tintje kreeg. De kernvraag was: aan welke kenmerken dient een goed functionerende coöperatie te voldoen om een betere positie van de primaire producent in de keten te realiseren en een hoger rendement op het individuele bedrijf?

Wie zijn leden niet meeneemt, organiseert zijn eigen oppositie

Een van haar gesprekspartners haalde een zinsnede van Mahatma Gandhi aan: ‘Alles wat je voor mij doet, maar niet met me, doe je tegen mij’. Jansen: “Dat citaat is ook van toepassing op veel coöperaties. Bestuur en directie nemen beslissingen voor de lange termijn, redeneren vanuit het ondernemersbelang en gaan ervan uit dat dat ook het ledenbelang is. Wie zijn leden niet meeneemt, organiseert zijn eigen oppositie. De invloed van de leden is kleiner geworden. Willen de coöperaties overeind blijven, dan moet de balans terug tussen bedrijfsbelang en ledenbelang.”

Akkerbouwcoöperaties functioneren naar behoren

De coöperaties in de Nederlandse akkerbouw functioneren naar behoren, zegt ze. Dat geldt minder voor de andere sectoren, bijvoorbeeld de varkenshouderij. “Ik heb als voorzitter geprobeerd de POV te organiseren volgens het coöperatieve model. Dat is slechts ten dele gelukt.”

“Ik ben ervan overtuigd dat de POV als coöperatie voor en door varkenshouders meer kan betekenen voor haar leden. Bijvoorbeeld door actief te worden op het gebied van bewerking en afzet van mest en genetica. Als je daar de leden intensief bij betrekt, kan de coöperatie de positie van de aangesloten bedrijven echt verbeteren. We kunnen daarbij leren van Frankrijk. Dat land kent de grootste coöperatie van varkenshouders ter wereld en die bereikt veel voor haar leden.”

Snel delen

Afbeelding
Aart van Cooten

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin