Rabobank: felle prijsonderhandelingen tussen super en producent

De Nederlandse voedingsmiddelenproducenten geven aan dat de verkoopprijs met ongeveer 10 tot 20% omhoog moet om de gestegen kosten te dekken. Dit komt bovenop de prijsverhogingen van gemiddeld 20% die al eerder dit jaar zijn doorgevoerd. Sinds de zomer van 2021 lopen de kosten in de voedingsmiddelenindustrie al op. Door de oorlog in Oekraïne kwamen daar nog meer kosten bovenop: energie-, grondstof- en verpakkingsprijzen stegen naar nieuwe records. Die kostenstijgingen worden maar beperkt doorvertaald naar de consument. “Het lijken net als vorig jaar verhitte prijsonderhandelingen te worden deze wintermaanden”, stelt Rabobank-onderzoeker Sebastiaan Schreijen.

Marktaandeel verliezen

Supermarkten staan volgens de bank ‘tussen twee vuren’. Producenten willen hun producten niet met verlies verkopen en zullen dus ook niet terugdeinzen voor stoppen met leveren. Supermarkten willen een zo volledig mogelijk assortiment aanbieden, maar willen klanten ook niet de winkel uitjagen met hogere prijzen. Volgens Rabobank speelt dit dilemma met name bij partijen die op dit moment marktaandeel verliezen, zoals sommige service-supermarkten en fabrikanten van A-merken. Discounters en huismerken hebben immers al sinds de eerste helft van 2022 al veel terrein gewonnen.

Versobering in het schap

Rabobank verwacht dan ook dat de prijsstijgingen in de supermarkt voorlopig nog door zullen gaan. De verwachting is dat de inkopers bij supermarkten de komende tijd “flink tegengas geven aan de onderhandelingstafel”. Schreijen denk dat het aanbod in de supermarkten daardoor zal versoberen, bijvoorbeeld door lege schappen als gevolg van het stoppen van leveringen. “Maar ondanks die versobering zullen boodschappen (nog) duurder worden in de eerste maanden van 2023.”