Britse boeren vrezen vrije handelsdeal met Australië

De vrees is vooral dat Londen de poort wijd open zet voor agrarische producten. Dat zou de concurrentiepositie van de Britten zelf vooral bij rund- en lamsvlees ernstig kunnen ondermijnen. Het handelsoverleg met Australië en Nieuw-Zeeland kan als één van de eerste na brexit binnenkort afgerond worden. Minister voor internationale handel Liz Truss streeft naar een zo vrij mogelijke handel, terwijl haar collega voor plattelandszaken en voeding George Eustice de belangen van de eigen boeren niet uit het oog wil verliezen. De National Farmers Union en de andere organisaties hebben zich tijdens een spoedpersconferentie aan zijn zijde verklaard.

Minder hoge eigen voor ingevoerde producten

De vrees is vooral dat de ingevoerde producten uit de twee landen aan minder hoge eisen hoeven te voldoen dan de Britse zelf. Dat punt speelt al maanden een hoofdrol in alle betogen van de boerenorganisaties over de nieuwe handelsdeals die het VK na brexit wil sluiten.

NFU-voorzitter Minette Batters: “De herhaalde toezeggingen van de regering om onze eigen standaarden te handhaven en de Britse boeren niet te ondermijnen door oneerlijke concurrentie zijn bemoedigend en we steunen ook de ambitie om de handel te liberaliseren. We weten dat, als we de mogelijkheden op nieuwe buitenlandse markten willen openen we ook als tegenprestatie meer toegang moeten bieden tot onze eigen markten. Maar dit tegen elkaar afwegen, moet evenwichtig zijn en we moeten ervoor zorgen dat concessies voor onze hoogst waardevolle binnenlandse markt niet lichtzinnig worden weggegeven. Er is een reëel risico dat de Britse landbouw, als we dit niet goed doen, onherstelbare schade zal lijden in plaats van zal bloeien zoals we het allemaal wensen, ten koste van ons milieu, onze voedselvoorziening en ons platteland.”