Frankrijk maakt cultureel erfgoed baguettes gezonder

Het is en blijft het meest karakteristieke Franse voedingsproduct: de baguette. Fransen kopen er dagelijks rond de 30 miljoen, ofwel meer dan 10 miljard per jaar. Vanwege die populariteit en de rol die het brood speelt in het dagelijkse menu, heeft de regering er baat bij om die baguettes zo gezond mogelijk te houden.

Frankrijk telt vandaag de dag circa 30.000 bakkers. De meesten zijn ambachtelijk, maar de industriële zijn ook meegeteld. Ze verkopen volgens slimme rekenmeesters 300 baguettes per seconde, ofwel zoals gezegd tegen de 30 miljoen per dag. Niet voor niets leidt de prijs van al die baguettes ook regelmatig tot een nationaal debat. Toen discount supermarkt LeClerc vorig jaar aankondigde ze te verkopen voor 29 cent, vonden ‘boulagers’ dat een schande, omdat ze het voor zulke prijzen nooit kunnen maken.

Immaterieel cultureel erfgoed

Vanwege die grote en haast nationale rol van de baguette is de Confédération Nationale de la Boulangerie-Pâtisserie Française er na jaren strijd in november vorig jaar in geslaagd het stokbrood door Unesco officieel te laten benoemen tot immaterieel cultureel erfgoed. “Trots op al het gedane werk bij de voorbereiding van de kandidatuur erkennen de ambachtelijke bakkers alle personen en organisaties die aan dit mooie avontuur hebben bijgedragen. Ze zeggen bovendien toe om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om het voortbestaan en de overdracht van de vereiste kennis te verzekeren.”

Minder zout

Maar er is één bestanddeel in de baguette en ander brood dat minder gezond is: zout. Daarom lanceerde minister van landbouw Marc Fesneau vorig jaar een campagne om de hoeveelheid zout in brood tegen 2025 met 20% terug te dringen. Dat past in het algemene doel om de zoutconsumptie in Frankrijk met 30% te reduceren. De bewindsman sloot daartoe een vrijwillig akkoord met de Confédération en andere bakkersorganisaties als de Fédération des Entreprises de Boulangerie en het Syndicat des Biscuits, Gâteaux et Panifications de France. Het einddoel zou stapsgewijs bereikt moeten worden, met na één jaar gemiddeld maximaal 1,5 gram zout per 100 gram brood.

Positieve tussentijdse analyse

Uit een tussentijdse analyse van het voedingsinstituut Observatoire de l’alimentation blijkt nu dat 82,5% van de meest courante broden, waaronder stokbrood, op dit moment al gemiddeld niet meer dan 1,34 gram zout per 100 gram bevat, ruim onder het doel dus. Dat geldt zowel voor brood van de ambachtelijke bakker op de hoek als in de supermarkt. “De bakkers houden zich op een fantastische manier aan hun beloften. Deze gezamenlijke vrijwillige en ambitieuze inspanning van de bakkerijsector levert een belangrijke bijdrage aan de verbetering van het voedselaanbod voor iedereen, één van de prioriteiten in het nationale voedingsbeleid van de regering ,” aldus Fesneau. De bewindsman hoopt dat de sector zich nu blijft inzetten om het algemene doel van 20% reductie ook voor het hele gamma brood te halen.