FrieslandCampina-CEO Schumacher: ‘Zuivel blijft onze kern’

Zuivelbedrijf FrieslandCampina heeft in 2021 duidelijk beter gedraaid dan in 2020. Het mindere resultaat uit kindervoeding is meer dan gecompenseerd door goede resultaten in andere onderdelen, zoals op de professionele markt en in de ingrediëntentak gericht op volwassenenvoeding. Kindervoeding is nog steeds winstgevend, benadrukte financieel topman Hans Janssen, in een toelichting op de jaarcijfers, die voorzichtig is over een prognose voor dit jaar.
Het is gelukt om de fors gestegen kosten al voor een deel door te berekenen. “Het doorberekenen van de gestegen kosten aan de retail en andere afnemers gaat niet zonder slag of stoot”, geeft Janssen aan. Daarbij scheelt het volgens Janssen wel dat iedereen tegen hogere kosten aanloopt en door wil berekenen. De inflatie en kostenstijgingen zijn belangrijke uitdagingen in het nieuwe jaar.

Zorg om lagere melkaanvoer

Een andere uitdaging is de afnemende melkaanvoer door leden. In 2021 was dat nog 9.745 miljoen kilo, 3,2% minder dan in 2020 door stoppers en vertrekkers en door een lagere productie in het algemeen. Ook voor dit jaar gaat FrieslandCampina uit van minder melk. De deur voor nieuwe leden wordt weer opengezet, maar hoe en hoever is nog onderwerp van discussie.

Voor Hein Schumacher is minder melk een duidelijk punt van zorg. “Laat daar geen enkel misverstand over bestaan. We hebben een bepaalde kritische massa nodig, ook om te kunnen investeren in onderzoek en ontwikkeling. Alternatieve producten sluiten we zeker niet uit, maar zuivel is en blijft onze kern.”

De huidige capaciteit voor melkpoeder is ook na de reorganisaties deels nog gebaseerd op aannames van jaren terug, geeft Schumacher aan. Over de grote en relatief nieuwe poederfabriek in Borculo is hij duidelijk: “Die fabriek draait niet volop, maar er is geen sluitingsscenario.” Borculo is volgens Schumacher een belangrijke fabriek voor de strategische activiteiten op het gebied van ingrediënten.
Over de evaluatie van de kindervoeding, inclusief een mogelijke verkoop van het kindervoedingsmerk Friso, werden geen uitspraken gedaan. Schumacher benadrukt dat Friso in het tweede halfjaar duidelijk betere resultaten boekte, inclusief groei van het marktaandeel in China. Vooral de hoogwaardige, duurdere varianten laten groei zien.

Europese markt

De Europese markt blijft een sterke basis voor de consumentenzuivel, volgens Schumacher: “Nederland, België en Duitsland zijn voor ons belangrijke thuismarkten, net als Hongarije, Roemenië en Griekenland waar we ook met eigen vestigingen actief zijn.” Dat in Duitsland meer aandacht is voor producten van Duitse herkomst, merkt FrieslandCampina nog nauwelijks. “In Duitsland hebben we eigen leden en leveranciers. Met ons merk Landliebe zijn we harder gegroeid dan de markt”, aldus Schumacher. “Herkomst uit eigen land speelt bovendien veel minder bij producten als kaas en Valess. Als klanten Hollandse kaas willen, is het juist een voordeel dat het uit Nederland komt.”

Zuivelvervangers

FrieslandCampina zet inmiddels stappen op het gebied van zuivelvervangers. Dat gebeurt niet op basis van nieuwe merken, zoals Arla Foods en Valio doen, maar als variant binnen bestaande sterke merken. “Friesche Vlag koffiemelk is er al als plantaardige variant, andere voorbeelden zijn roomvervangers van Debic en ingrediënten voor sportvoeding.” Voor een zuivelmerk als Campina gebeurt dat niet, al wil Schumacher het ook niet helemaal uitsluiten. Van Chocomel komt wel een plantaardige variant, in de tweede helft van dit jaar wordt die gelanceerd.