ING: kleine markt zuivel- en vleesvervangers groeit

De Europese retailverkoop van zuivel- en vleesvervangers groeide in de afgelopen tien jaar bijna 10% per jaar. Desondanks hebben de producten nog een klein aandeel in de zuivel- en vleesmarkt van respectievelijk 2,5% (€ 3 miljard) en 0,7% (€ 1,4 miljard). Dat blijkt uit onderzoek van ING Resarch.

De onderzoeksafdeling van de bank verwacht wel dat de retailmarkt van zuivel- en vleesalternatieven in 2025 groeit naar € 7,5 miljard, met € 2,5 miljard (marktaandeel 1,3%) voor vleesvervangers en € 5 miljard (4,1% marktaandeel) voor zuivelvervangers. Die groei wordt mede mogelijk gemaakt doordat de voedingsindustrie fors investeert in de ontwikkeling van de producten. ING constateert dat in het afgelopen decennium de plantaardige alternatieven niet meer alleen vegetariërs of vegans aanspreken. Ze bereiken een grotere groep mensen, vooral jongere consumenten.

De bank constateert dat er drie barrières zijn bij consumenten die de groei van de alternatieven beperkt:

1. prijzen
2. smaak
3. beschikbaarheid

1. Prijsverschil tussen alternatieven en vlees en zuivel

ING verwacht dat de prijzen van zuivel en vlees en de alternatieven daarvoor dichter bij elkaar komen richting 2025. Dat komt doordat producenten en distributeurs schaalvoordelen gaan krijgen de komende jaren. Daarnaast raken consumenten steeds meer bekend met de alternatieven, waardoor marketingkosten omlaag kunnen. Ten slotte zullen supermarkten het aanbod van private-labelproducten vergroten en hun inkoopmacht gebruiken om inkoopprijzen te verlagen.

Desondanks zullen de prijzen van de alternatieven over vijf jaar nog niet op hetzelfde niveau zijn als vlees en zuivel, mede doordat producenten hun investeringen nog moeten terugverdienen en doordat supermarkten genoegen nemen met kleinere marges op vlees en zuivel.

2. Verbetering mogelijk in smaak en voedingswaarde

Op het gebied van smaak en textuur van plantaardige vervangers zijn nog veel verbeteringen mogelijk. Hoewel ze zijn verbeterd in de afgelopen jaren, is het voor consumenten die gewend zijn aan de dierlijke producten nog een issue.

Daarnaast zijn er zorgen over de voedingswaarde van vervangers. Nieuwe ingrediënten als erwteneiwit kunnen er echter voor zorgen dat gebruikerservaringen verbeteren, aldus de onderzoekers.

3. Niet voldoende aanbod in retail en foodservice

Ten slotte zal de beschikbaarheid en het keuzeaanbod in de komende jaren toenemen. Omdat de productie van alternatieven vaak vanaf de grond moet worden opgebouwd, kan het langer duren voordat een bedrijf een brede distributie heeft en het aanbod uitgebreid is. Nieuwe, aanvullende productiecapaciteit zal worden gebruikt om succesvolle producten naar nieuwe landen, retailers en foodservicebedrijven te brengen.

Strijd om marktaandeel neemt toe

ING verwacht dat de strijd om het marktaandeel in de markt van vlees- en zuivelvervangers de komende jaren blijft toenemen. Ook omdat steeds meer vlees- en zuivelbedrijven zich gaan richten op de productie van alternatieven.

Ondanks groei is het echter onwaarschijnlijk dat plantaardige vervangers op korte termijn en op grote schaal de plek van zuivel en vlees zullen innemen. ‘Uit onze berekeningen blijkt dat zelfs wanneer plantaardige vervangers in het huidige tempo zouden blijven groeien het nog minimaal tot na 2050 duurt voordat de verkopen zich met die van vlees en zuivel kunnen meten’, aldus ING.

Lees ook: Groupe Bel: plantaardige versie voor alle merken

en: Vleesconsumptie Nederland opnieuw licht gestegen