Royale steun in coronacrisis van ‘eigen’ ministerie

Met de aanpak van de coronacrisis bewijst Schouten de waarde van een eigen landbouwministerie voor de sector.

Het is een flinke smak geld die minister Schouten uittrekt voor de sierteelt. € 600 miljoen euro ruwweg. Lang niet genoeg om de omzetdaling in deze zwaar getroffen sector goed te maken, maar toch een fors bedrag. Ook de € 50 miljoen voor de fritesaardappelen is veel minder dan de geraamde schade, maar is toch een zeer welkome pleister op de wonde. Terecht reageert BO-voorzitter André Hoogendijk positief, evenals tuinbouwbestuurder Jaap Bond.

Beloning voor effectief lobbywerk

De financiële toezeggingen voor deze beide branches zijn ook de beloning voor effectief lobbywerk. De sierteelt slaagde er in haar probleem snel en groot onder de aandacht te brengen, en de frietaardappel telende akkerbouwers waren van de voedingslandbouw de eersten die hun kwestie onder de aandacht van publiek én kabinet kregen.

Wie weet zit er ook voor die anderen nog iets in het vat

Anderen waren daar minder effectief in, tot nu toe. Ook in de eenden- en de kalverhouderij vallen rake klappen en voor de zuivel stapelen de problemen zich op. Is daar straks ook ondersteuning mogelijk? In een interview doet de minister geen echte toezeggingen, maar ze wekt wel verwachtingen. Wie weet zit er ook voor die anderen nog iets in het vat.

Waarde van eigen landbouwministerie

Met deze aanpak bewijst Schouten de waarde van een eigen landbouwministerie voor de sector: specifieke regelingen met eigen budget. Dat is bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, waar landbouw jarenlang onder viel, veel minder aan de orde.

Snel delen