Efsa: geen drempelwaarde vast te stellen voor suikerinname

Er zijn geen richtlijnen te geven over hoeveel suiker ‘veilig’ is om te consumeren. De inname van toegevoegde en vrije suikers (in honing en vruchtensappen bijvoorbeeld) zou desondanks zo laag mogelijk moeten zijn. Dat concludeert de Europese voedselveiligheidsinstantie Efsa in een studie waarbij meer dan 30.000 wetenschappelijke publicaties zijn bekeken.

Vijf Europese landen (Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden) hebben Efsa gevraagd een studie uit 2010 bij te werken en recentere wetenschappelijke literatuur te bestuderen. Het betreft wetenschappelijke studies over verbanden tussen de inname van suikers en verschillende ziekten zoals obesitas, diabetes type 2, hart- en vaatziekten, jicht en tandcariës.

Deze landen vroegen specifiek of het mogelijk zou zijn om een ​​wetenschappelijk onderbouwde bovengrens van de inname vast te stellen voor alle suikers in voeding, waarbij consumptie geen gezondheidsproblemen zou veroorzaken. De wetenschappers van Efsa concluderen dat het niet mogelijk is een dergelijke drempel vast te stellen.

Zoete dranken

Desondanks bevestigt de studie dat er verschillende verbanden tussen de inname van verschillende categorieën suikers en het risico op het ontwikkelen van chronische stofwisselingsziekten en tandcariës zijn. Van alle onderzochte ziekten was de hoogste mate van risicozekerheid geassocieerd met de consumptie van met suiker gezoete dranken. Een verband met obesitas, diabetes type 2, hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten werd duidelijk gevonden.

Efsa houdt een consultatie om de studie aan te vullen met wetenschappelijke inzichten van experts en organisaties. Wanneer deze verwerkt zijn in de studie kan de beoordeling van Efsa door Europese landen gebruikt worden in eigen beleidsvorming.