Plantbased eiwit als kans en dilemma voor zuivelbedrijf

Het biedt grote kansen op een markt die enorm groeit. Maar ga je volop mee of niet? Dat ligt voor een groot coöperatief zuivelbedrijf iets lastiger dan voor een ander voedingsbedrijf of start-up. Denk aan Arla Foods, DMK (moederbedrijf van DOC Kaas) en FrieslandCampina. Er ligt immers een dilemma op tafel. Plantaardig eiwit concurreert met eiwit uit de melk van de leden, die ook nog eens eigenaar zijn.

De vrees dat plantaardig ten koste gaat van eiwit uit melk is niet helemaal ongegrond. Een groeiend deel van de consumenten kiest voor alleen plantaardig. En ja, dan gaat het ten koste van de consumptie van melk, kaas en andere zuivel. Belangrijker nog is de groep die kiest voor de combinatie van dierlijk en plantaardig eiwit. Soms een glas haverdrank die formeel geen melk genoemd mag worden. Maar dan wel weer stuk echte kaas of een eiwitrijk sportdrankje met eiwitten uit wei of uit erwten. Los van de vraag hoeveel de zuivelmarkt nog groeit, er is vraag naar ‘plantbased’ en dan komen de producten ook. Plantbased producten hebben bovendien een relatief hoge marge door goede marketing en een duurzaam imago.

Kansen plantbases voor coöperaties

Plantbased is een kans dus, niet alleen voor particuliere of beursgenoteerde bedrijven, maar zeker ook voor zuivelcoöperaties binnen de opdracht om waarde voor de leden te creëren. Die kans wordt benut ook, met alle kennis die ze hebben over het verwerken en benutten van eiwitten. Arla Foods lanceerde vorig jaar al een nieuw merk voor de verkoop van onder meer haverdrank, DMK maakte dit jaar bekend in plantaardige kaas te stappen.

FrieslandCampina leek nog wat te aarzelen, maar kondigde deze week een nieuwe productlijn aan voor onder meer sportdranken op basis van plantaardige eiwitten en is al langer bezig met het ontwikkelen van dit soort producten. Terechte stappen om bij te blijven. Het dilemma is niet verdwenen, maar dat verdwijnt ook niet als je nu lucratieve kansen laat liggen.