Skip to content

RDA: zoek alternatieven voor doden van dieren

Door de veranderende visie van de samenleving op dieren en dierenwelzijn moet gekeken worden of er minder dieren gedood kunnen worden door alternatieve oplossingen of preventie.

Updated on:
Nieuws
Agri
Sustainable food
Het grootste aantal dieren wordt gedood voor de vleesconsumptie. - Foto: ANP premium

Het grootste aantal dieren wordt gedood voor de vleesconsumptie. - Foto: ANP

Vanwege de veranderende visie van de samenleving op dieren en dierenwelzijn moet gekeken worden of er minder dieren gedood kunnen worden door alternatieve oplossingen of preventie. Dat adviseert de Raad van Dierenaangelegenheden (RDA) in een zienswijze over het doden van dieren.

De RDA stelde de zienswijze op, omdat de houding van mensen ten opzichte van dieren is veranderd. Mensen hebben meer respect voor dieren en inbreuk op dierenwelzijn wordt minder geaccepteerd. Mensen vinden dat dieren recht hebben op een waardig bestaan en een goede verzorging.

RDA maakt onderscheid in vijf verschillende redenen om dieren te doden: het voorkomen of beheersen van overlast, zoals bij ratten en muizen of ganzen; het beëindigen van lijden zoals bij zieke dieren; het niet voldoen aan het beoogde doel, zoals geitenbokjes of haantjes, dierziektebestrijding en het nut voor de mens in de vleesproductie of als proefdier.

Het grootste aantal dieren wordt gedood voor de vleesconsumptie. RDA ziet dit als gegeven en oordeelt niet over de wenselijkheid hiervan. Wel constateert RDA dat er bij veel bedrijven steeds verbeteringen worden toegepast om het dierenwelzijn te verbeteren, ook in de fase van transport en slacht.

Vleesconsumptie

RDA constateert ook dat er een groep bedrijven is waar dierenwelzijn van ondergeschikt belang is en die niet willen verbeteren. De Raad adviseert om verbeteringen verder te stimuleren, maar ook om harder op te treden tegen inbreuken op dierenwelzijn.

Op dit moment worden plaagdieren, zoals ratten of ganzen gedood als ze overlast geven. Onduidelijk is om hoeveel dieren het op jaarbasis gaat. RDA pleit ervoor te onderzoeken of er ook alternatieven zijn voor het doden, bijvoorbeeld door de oorzaak van de plagen te nemen. RDA adviseert om uit te gaan van een nee, tenzij-principe, waardoor er meer oog is voor de intrinsieke waarde van het dier.

Het draagvlak voor het ruimen van dieren ingeval van dierziekte, hangt volgens RDA sterk af van het risico dat er wordt gelopen op verspreiding en de wijze waarop het gebeurt, Ook hier adviseert de Raad te kijken naar alternatieven, zoals vaccinatie.

Haantjes en geitenbokjes

Het doden van mannelijke dieren die in de huidige productieketen moeilijk kunnen worden ingezet, zoals haantjes en geitenbokjes en boventallige fokproducten uit dierentuinen, vraagt volgens RDA ook een betere afweging. Hierbij moet meer naar het individuele dier gekeken worden en minder naar de bijdrage van het dier aan het systeem. “Alternatieven voor doden zijn in alle gevallen beschikbaar of denkbaar, maar roepen bijna altijd nieuwe vragen op over de praktische uitvoerbaarheid, financiële kosten en dierenwelzijn”, aldus RDA.

De raadsleden constateren wel dat de maatschappelijke discussie over het doden van deze dieren niet altijd voldoende oog is voor complexiteit van het vraagstuk.

Hoewel het doden van dieren in geval van lijden van het dier de meest diervriendelijke oplossing lijkt, stelt RDA dat hier ook ‘schurende kwesties’ zijn. Zo spelen emotionele binding, financiën en gebrek aan kennis een rol bij het bepalen wanneer er volgens de diereigenaar sprake is van lijden. RDA adviseert daarom te gaan werken met afwegingskaders.

De zienswijze is bedoeld om de maatschappelijke discussie over het doden van dieren te voeden, omdat het doden van dieren steeds meer ter discussie staat.

Snel delen

Afbeelding
Mariska Vermaas

Redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin