Skip to content

COV-voorzitter: CO2-footprint op vleesproducten duidelijk in beeld brengen

COV-voorzitter Laurens Hoedemaker adviseert bedrijven om de CO2-footprint op  de vleesproducten duidelijk te communiceren.

CO2-footprint vleesproducten premium

Naast plant-based en kweekvlees was CO2-reductie een belangrijk gespreksonderwerp tijdens het vorige week gehouden World Meat Congress. Foto: World Meat Congress

Tijdens het World Meat Congress (WMC), dat vorige week in Maastricht werd georganiseerd, stonden kansen en uitdagingen centraal. Naast plant-based en kweekvlees was CO2-reductie een belangrijk gespreksonderwerp. COV-voorzitter Laurens Hoedemaker adviseert bedrijven om de CO2-footprint op  de vleesproducten duidelijk te communiceren. “Op basis hiervan kunnen consumenten een bewuste keuze maken.”

Laurens Hoedemaker, voorzitter van de Centrale Organisatie (COV) voor de vleessector, kijkt tevreden terug op het World Meat Congress (WMC) dat vorige week in Maastricht werd gehouden. “Het was een heel mooie kans om te laten zien wat wij als Nederlandse sector doen. We weten dat er verschillende uitdagingen zijn. Daar hebben wij al geruime tijd mee te maken. Inmiddels hebben wij als branche al grote stappen gezet om deze aan te pakken. Daarin zijn we echt koploper. Dat maakt het voor de bezoekers van het congres extra interessant om te zien hoe wij dit in Nederland aanpakken. Wij hebben hiervoor echt handvatten kunnen geven.”

Laurens Hoedemaker. Foto: COV

Onze sector heeft op 10% na de CO2-doelstellingen voor de komende tien jaar al gehaald

Ter illustratie noemt Hoedemaker de CO2-footprint. “Jason Clay, Vice President van het Wereld Natuur Fonds (WNF), vertelde tijdens een sessie over de wereldwijde milieu-impact van de veehouderij en de vleesproductie. Waar zitten de knelpunten? Wat is een goede oplossing en welke niet? Daarna liet Martijn Bouwknegt, R&D Manager Vion Food Group, zien dat we in Nederland voor iedere uitdaging die Jason noemde, al stappen hadden gezet. Denk bijvoorbeeld aan beter voer voor de varkens en het terugdringen van de uitstoot van methaan in de varkensmest. Onze sector heeft op 10% na de CO2-doelstellingen voor de komende tien jaar al gehaald. En die laatste 10% gaat ons ook lukken. Zo hebben we de aanwezigen laten zien dat ook zij hun klimaatdoelen kunnen halen.”

Jason Clay, Vice President van het Wereld Natuur Fonds (WNF), vertelde tijdens een sessie over de wereldwijde milieu-impact van de veehouderij en de vleesproductie. Foto: World Meat Congress

Een ander voorbeeld is volgens hem de deelsessie over dierenwelzijn. “Gemma Willemsen van de Nederlandse Dierenbescherming vertelde over het Beter Leven-keurmerk en de goede samenwerking tussen de Dierenbescherming en de boeren en slachterijen om het dierenwelzijn naar een hoger niveau te krijgen. Ook legde ze uit dat consumenten bereid zijn om daar meer voor te betalen. En dus financieel willen bijdragen aan het dierenwelzijn. Voor het buitenland is dat helemaal nieuw.”

Aandacht voor kweekvlees

Voorafgaand aan het congres had de COV zich een aantal duidelijke doelen gesteld, zegt Hoedemaker. “We wilden niet alleen de wereldwijde vleessector bij elkaar brengen, maar ook gasten uitnodigen die kritisch naar het vleeslandschap kijken. Zo hebben we naast afgevaardigden van het WNF en de Dierenbescherming bijvoorbeeld ook Maarten Bosch, CEO van kweekvleesbedrijf Mosa Meat, uitgenodigd. Hij heeft een presentatie gegeven en deelgenomen aan een paneldiscussie.”

De voorzitter vindt het belangrijk om het gesprek hierover aan te gaan. “Om in de toekomst alle mensen te kunnen voeden, moeten er stappen worden gezet. Kweekvlees is in onze ogen een interessante ontwikkeling. Wij vinden het belangrijk om te weten op welke manier Mosa Meat denkt een oplossing te kunnen bieden voor de uitdagingen die er nu zijn. Als vleessector volgen wij de ontwikkelingen van het bedrijf nauwgezet. Ik ben niet alleen voorzitter van de COV, maar ook van de Vereniging  voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie. Onlangs heeft Mosa Meat zich als lid van onze vereniging aangemeld en dat vinden wij hartstikke mooi.”

Dierlijk versus plantaardig eiwit

Ook aan plantaardige alternatieven werd tijdens het congres aandacht besteed. Hoedemaker vond het heel interessant om te zien dat in verschillende presentaties de nuance werd aangebracht dat dierlijk eiwit niet één op één gelijkwaardig is aan of vervangen kan worden door plantaardig eiwit. “Luc van Loon, hoogleraar Bewegingswetenschappen en Voeding aan de universiteit in Maastricht, vertelde dat wetenschappelijk is aangetoond dat vlees en vleeseiwit voor een betere spieropbouw zorgen dan plantaardig eiwit. Hij legde uit dat onze spieren zichzelf voortdurend afbreken en weer opbouwen. Ondersteunende eiwitten zijn dus heel belangrijk voor het onderhoud van onze spieren.”

Kritisch kijken naar de uitstoot van CO2

Het congres bood twee belangrijke eyeopeners, benadrukt Hoedemaker. “Alle bezoekers hebben meegekregen dat we kritisch moeten kijken naar de uitstoot van CO2 en methaan. Clay omschreef dat treffend: ‘Wij zijn al vliegend een vliegtuig aan het bouwen’. De urgentie is overgekomen en we kunnen met z’n allen hele mooie stappen maken.”

Een andere eyeopener was volgens Hoedemaker dat de Nederlandse vleessector veel meer op één lijn zit met organisaties zoals het WNF en de Dierenbescherming als vaak wordt gedacht. Over het nieuwe duurzame dieet dat door het WNF is ontwikkeld en waarin een veel kleinere rol is weggelegd voor vleesconsumptie, zegt hij het volgende: “Het is goed en terecht dat er stappen worden gezet om de milieu-impact te verminderen. Bepaalde leeftijdscategorieën kunnen desgewenst wel wat minder vlees eten. Daarbij gaat het om gezonde mensen van gemiddelde leeftijd. Voor jongeren, zwangere vrouwen en ouderen is het wel heel belangrijk om voldoende dierlijke eiwitten binnen te krijgen.”

Een genuanceerde blik is daarbij vereist, vindt hij. “Je kunt niet al het vlees één op één met elkaar vergelijken. Clay vertelde dat de carbon footprint voor wereldwijde rundvleesproductie zoveel variatie laat zien, dat je op basis daarvan eigenlijk geen conclusies kunt trekken. Om de milieu-impact te verbeteren, gaat het vooral om het eten van beter vlees in plaats van minder vlees.”

Om de milieu-impact te verbeteren, gaat het volgens Hoedemaker vooral om het eten van beter vlees in plaats van minder vlees. Foto: World Meat Congress

CO2-footprint op vleesproducten in beeld brengen en onderbouwen

Daarom adviseert Hoedemaker bedrijven in de sector om de CO2-footprint op vleesproducten heel duidelijk in beeld te brengen en te onderbouwen. “Op basis hiervan kunnen consumenten een bewuste keuze maken en overwegen of ze bereid zijn om hier extra geld aan uit te geven.” Daarnaast hoopt hij dat bedrijven in de sector nog meer gaan samenwerken. “Vleesbedrijven fungeren als de regisseur van de gehele productieketen.  In de varkensketen wordt al veel samengewerkt. Het Holland Varken is daar een goed voorbeeld van. Ook de kalfsvleessector is al jaren heel goed verenigd, maar voor de rundvleessector liggen hier nog kansen.”

Hij kijkt met veel tevredenheid terug op het congres. “We hebben een mooie basis gelegd voor het volgende World Meat Congress, dat over twee jaar in Brazilië wordt georganiseerd. Dit was het eerste WMC sinds corona en de opkomst was best een uitdaging. Normaal trekt het congres gemiddeld tussen de vijfhonderd en duizend belangstellenden. In Maastricht hebben we rond de driehonderd gasten mogen verwelkomen. Maar de aanwezigen waren zeer onder de indruk van het programma en ik verwacht dat ze de afwezigen gaan vertellen dat ze echt iets hebben gemist. Daardoor denk ik dat de opkomst over twee jaar een stuk hoger ligt.”

Snel delen

Afbeelding
Wendy Noordzij

Freelance redacteur

Misset Uitgeverij B.V. Auteursrecht voorbehouden

Algemene voorwaarden Privacy Cookies

Beheer
WP Admin